MPP3 – André Faaij is het niet eens met 64 mede-hoogleraren

André Faaij is het niet eens met 64 mede-hoogleraren

4 april 2016 – De ‘steenkoolbrief’ waarmee 64 hoogleraren vroegen alle kolencentrales te sluiten, is een politiek stuk dat niet getuigt van deskundigheid. Prof. dr. André Faaij legt uit waarom.

Hij doet dat in het magazine dat Uniper uitbracht bij de gelegenheid van de ingebruikname van de MPP3-kolencventrale op Maasvlakte 2.
Uit het magazine van Uniper
‘(…) Een week voordat de COP21 in Parijs van start ging, ondertekenden 64 hoogleraren een open brief aan minister-president Mark Rutte waarin zij vroegen om alle kolengestookte elektriciteitscentrales te sluiten, inclusief de moderne.
Prof. dr. André Faaij, academisch directeur van de Energy Academy Europe en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft veel wetenschappelijk onderzoek naar energiesystemen, bio-energie en CCS verricht voor het IEA en het IPCC. Hij is het niet eens met de gedachte achter de ‘steenkoolbrief’. ‘Die is politiek gekleurd’, zegt hij. ‘Veel van de wetenschappers die de brief hebben ondertekend, zijn niet deskundig op het gebied van energiesystemen of -technologie. Dat is niet hoe we dat in de wetenschappelijke wereld doen. Daarnaast begrijpen de meesten de implicaties van hun voorstel niet’, vervolgt hij. ‘Hoe je het ook wendt of keert, de sluiting van drie nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrales ter waarde van zo’n zes miljard euro betekent dat er iemand voor het verlies moet opdraaien. Dat kunnen de energiebedrijven zijn, die zullen klagen over niet gehouden afspraken, of de consument. Dit is vernietiging van kapitaal, van geld dat daardoor niet gaat worden uitgegeven aan hernieuwbare energie of energie-efficiëntie.’

Sluiting belemmert bio-economie
En dat is nog niet alles. Volgens Faaij zal de sluiting van de gloednieuwe kolengestookte centrales – die flexibel genoeg zijn om de hernieuwbare capaciteit aan te vullen en geschikt zijn voor grootschalig bijstoken met biomassa – de ontwikkeling van een bio-economie belemmeren. ‘Alleen met grote hoeveelheden biomassa, stabiele markten en optimale toeleveringsketens kunnen we de kosten voor biomassa geleidelijk verlagen’, zegt hij. ‘Dat leerproces is essentieel voor de bio-economie: biomassa kan worden geraffineerd om er waardevolle suikers of ethanol uit te winnen, terwijl het gebruik van kwalitatief mindere componenten voor bijstoken de kosten voor energieopwekking aanzienlijk zal verlagen. Hoewel ik ook van mening ben dat kolen stoken rampzalig is voor het klimaat, kan biomassaverbranding in combinatie met CCS ook werken als startpunt voor de bio- economie en de CCS-infrastructuur, die deze eeuw allebei noodzakelijk zullen zijn. Nadat deze elektriciteitscentrales eenmaal zijn gesloten, kan de biomassa worden gebruikt voor geavanceerde bioraffinage en CCS om een nuluitstoot – of zelfs een negatieve uitstoot – van CO2 te realiseren. Op die manier kunnen kolengestookte elektriciteitscentrales het startpunt vormen voor de essentiële transities binnen het energiesysteem naar een koolstofarme economie.’  (…)’

Energy Hub West  Uniper, eenmalig online magazine, maart 2016: Steenkool, redden we het zonder? (24 pag.)
Zie ook
FluxEnergie, 14 januai 2015: KNAW-visie op biobrandstof is ‘van kleuterschoolniveau’
FluxEnergie, 21 januari 2015: Faaij: ‘Fout beeld biomassa door knullige aanpak KNAW’
Foto’s: Uniper en Rijksuniversiteit Groningen

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.