‘Import van gas wordt de basisvoorziening’

30 mei 2015 – De import van gas wordt voor Nederland de basisvoorziening. Het gas uit Groningen is er straks alleen nog voor het opvangen van pieken in het gebruik. Dat verwacht Gazprom Nederland.

Gazprom Energy (de Nederlandse vestiging van Gazprom) verwacht een ‘historische trendbreuk in het Nederlandse gasbeleid’. In de nieuwsbrief van Gazprom Energy schrijft de directie daarover:
‘Volgend jaar komt er een nieuw gasbeleid. Minister Kamp heeft dat al verschillende malen gemeld. De Tweede Kamer laat echter geen gelegenheid onbenut om bij de Minister duidelijkheid af te dwingen. De Kamer tolereert geen pappen en nathouden meer. Lang hield de minister nog de mogelijkheid open om op een later moment nog keuzes te kunnen maken. Dient import van gas als aanvulling op een basisvoorziening met Nederlands gas of, omgekeerd, dient import als basisvoorziening waarbij Nederlands gas vooral bijspringt als de vraag hoog is? Die keuzeruimte is er niet langer: import gaat dienen als basisvoorziening. Alleen over de exacte winningsplafonds is nog niets bekend.
De Kamerdebatten over ‘Groningen’ zijn vaak fel en soms emotioneel. Door alle aandacht voor de aardbevingen werd eraan voorbij gegaan dat de wijziging van het gasbeleid, in historisch perspectief, verstrekkend is. Op 11 juli 1962 informeerde de toenmalige Minister van Economische Zaken, de heer De Pous, de Tweede Kamer over proefboringen bij Slochteren. Deze hadden uitgewezen dat de winbare hoeveelheid gas geen 60 mrd m3 bedroeg, zoals eerder verondersteld, maar zeker wel de 150 mrd m3 zou halen, mogelijk misschien zelfs 400 mrd m3. Wat te doen met die voorraad? Gevreesd werd immers dat door de ontwikkeling van voorzieningen zoals kernenergie, aardgas op  lange termijn zijn relatieve waarde zou verliezen. Die vrees droeg er toe bij dat Nederland haast had bij het benutten van het gas. Op zijn beurt zorgde die haast er voor dat vanuit Nederland de continentale gasmarkt werd uitgerold.
Het Groningse gasveld bleek alsmaar groter. Bovendien kon Gronings gas uiterst flexibel worden geproduceerd. Die flexibiliteit kon worden benut om gas afkomstig uit ver weg gelegen en/of inflexibele velden, goed in te passen. Zodoende werd Groningen de kurk waarop de Europese gasmarkt dreef: grote volumes en veel flexibiliteit. Momenteel zit er nog steeds veel meer winbaar gas in het Groningenveld dan waarop Minister de Pous in 1962 had durven hopen. De beleidswijziging van Minister Kamp bevestigt echter dat, na ruim een halve eeuw, het Groningenveld  niet langer de kurk is waarop de gasmarkt drijft. De toekomst is aan import en lokale opslag, maar ongetwijfeld zal “Groningen” ook nog lange tijd een belangrijke rol blijven spelen. Verwacht kan worden dat de Minister en de Tweede Kamer in de komende maanden daar nog de nodige debatten aan zullen wijden.’

Bronnen
Nieuwsbrief Gazprom Energy, mei 2015: Afscheid van een era: historische trendbreuk in het Nederlandse gasbeleid

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.