Martien Visser: ‘Onze CO2-emissie is in maart met 1 Mton gedaald ‘


5 april 2017
 – De CO2-emissie van Nederland was in maart iets meer dan 15 Mton, ruim 1 Mton lager dan een jaar daarvoor. De belangrijkste oorzaak: het was veel warmer dan een jaar geleden waardoor de CO2-emissie door gebouwverwarming daalde van 4 Mton naar 3 Mton.

Dr. ir. B.M. Visser: Renewable Energy in the Netherlands

De gegevens komen van de nieuwste editie van ‘Renewable Energy in the Netherlands’, een maandelijkse publicatie van Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool, op de website van EnTranCe.

De toelichting van Martien Visser voor FluxEnergie
‘(…) De CO2-emissie van Nederland was in maart iets meer dan 15 Mton, ruim 1 Mton lager dan een jaar daarvoor, zo blijkt uit de maandelijkse rapportage Renewable Energy in the Netherlands. Voor het grootste deel is deze daling dat te danken aan de veel hogere temperatuur dit jaar, waardoor de CO2-emissie door gebouwverwarming daalde van 4 Mton naar 3 Mton. De resterende CO2-emissies waren ongeveer gelijk aan vorig jaar en zijn afkomstig van de Nederlandse industrie (5 Mton) de transportsector (3,5 Mton) en de powersector (3,5 Mton).

Wat telt wel en wat telt niet mee?
Anders dan wel eens wordt gedacht, is deze 15 Mton niet gelijk aan de door ons veroorzaakte CO2-emissies. In de eerste plaats zijn er de emissies door de landbouw, vooral methaanemissies door herkauwers: runderen, geiten en schapen. In mindere mate ontstaan deze methaan emissies ook bij andere activiteiten. In totaal gaat het om gemiddeld 2,5 Mton per maand. Deze emissies (“non-CO2”) tellen mee in de percentages die u regelmatig in de kranten aantreft (-25%, -40%, -55%).

Maar daarmee zijn we er nog niet. Geheel buiten de nationale statistiek en de meeste krantenberichten blijven de CO2-emissies door de luchtvaart. U gelooft het misschien bijna niet, maar om de doelstelling van -25% CO2 in 2020 te halen kunt u beter naar Zuid-Amerika vliegen, dan met de auto naar Texel. Evenzo telt ook de stookolie niet mee die in Rotterdam aan schepen wordt geleverd. Rotterdam is een van de grootste havens ter wereld en dat scheelt een stevige slok op een borrel.

Ook buiten de vaderlandse statistiek blijft de benzine en de diesel die we net over de grens tanken, want die telt mee als CO2-emissie bij België en Duitsland. Vooral de grensstreken weten wat ik bedoel. En ook de CO2-emissie in de buurlanden ten bate van door ons geïmporteerde elektriciteit, telt niet mee. Dit grensverkeer is trouwens een van de redenen waarom in de NEV2016 de 25% CO2-reductie doelstelling (plotseling) wordt gehaald: we gaan vaker over de grens tanken, en meer elektriciteit importeren.

Emissies van import- en exportproducten
En dan is er nog de CO2-emissie die wij veroorzaken door allerlei spullen te importeren. Uw computer is vermoedelijk in China gemaakt, en heeft daar geleid tot CO2-emissies. Daar staat tegenover de CO2-emissie van onze exportproducten wel in onze statistiek meetelt. Het netto-effect is dat wij Nederlanders 48 Mton per jaar meer CO2-emissie in het buitenland veroorzaken, dan dat wij via onze exportproducten stoppen, aldus een wereldwijde studie van enkele jaren geleden door de Carnegy Foundation.

Het overzicht van de componenten van onze nationale voetafdruk vindt u in onderstaande grafiek. Hierbij is een wat andere rubricering gebruikt als in de tekst, namelijk uitgesplitst per brandstof. Uit de figuur blijkt dat we als Nederland in maart geen 15 Mton aan CO2 op ons geweten hebben, maar 26 Mton. Een verschil van 70%. (…)’

Bronnen
EnTranCe, Renewable Energy in the Netherlands
Foto: Zijlstra Installatiebedrijf
Portretfoto: Energiepodium
Grafiek: Renewable Energy in the Netherlands

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.