‘250.000 transitiewerkers in Nederland’

‘250.000 transitiewerkers in Nederland’

4 maart 2016 – Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde, schat dat in Nederland nu 250.000 mensen aan de duurzame transitie werken, maar ‘over een jaar of vijf moeten dat er 2,5 miljoen zijn’. En dan ‘kantelt’ Nederland naar ‘een duurzamere, socialere, slimme maatschappij’.

Rotmans zegt dat in een interview op de website van het ministerie van Binnenlandse Zaken: gemeentenvandetoekomst.nl.

Uit dat interview (oorspronkelijk gepubliceerd in Movisie)
‘(…) Zijn jongste initiatief heet Nederland Kantelt. Onze samenleving moet kantelen naar een duurzamere, slimmere, socialere maatschappij. In zijn boek ‘Verandering van tijdperk’ trekt hij parallellen tussen het huidige tijdsgewricht en die van de laatste grote verandering: de 19e eeuw en de industriële revolutie. Hij beschrijft hoe de vernieuwde maatschappij eruit ziet en welke weg overheid, maatschappelijke instanties, bedrijven en burgers (moeten) gaan om daar te komen.

Hoe zou u die nieuwe samenleving noemen? 
“Echt een naam heb ik er niet voor, die is er ook nog niet. Ik benoem de contouren, daar zijn wél woorden voor: de nieuwe maatschappij wordt decentraler, horizontaler, bottom-up. Het gaat om gemeenschappen, cooperaties en sociale en fysieke netwerken. We gaan van wantrouwen naar vertrouwen, van doelmatigheid naar aandacht en tijd, van regelzucht naar keuzevrijheid. Kosten en baten zijn niet meer leidend, kwaliteit wel. Sommigen noemen het de bottom-up samenleving, of de participatiesamenleving. Maar dat schiet allemaal te kort, het is veel meer. Bij gebrek aan beter noem ik het daarom maar samenleving 3.0.”

In uw boek beschrijft u welke rol verschillende stakeholders kunnen nemen in dat transitieproces. Zo schrijft u dat de overheid moet faciliteren, stimuleren en initiëren. Hoe werkt dat in de praktijk? 
In het sociale domein is een aantal taken overgeheveld van rijk naar gemeente: financiën, bevoegdheden, verantwoordelijkheden. Faciliteren betekent richting geven: dit is het nieuwe speelveld, dit zijn de nieuwe spelregels. Daarom moeten ambtenaren de straat op. Gaan kijken waar mensen behoefte aan hebben, wat voor soort zorg er nodig is. Wat zijn de wensen en noden en kunnen wij die helpen invullen? Kunnen wij belemmeringen wegnemen? Op die vragen moeten ambtenaren antwoorden formuleren. Faciliteren, stimuleren en initiëren betekent ook dat burgers en maatschappelijke organisaties meer ruimte krijgen voor initiatieven. Als overheid moet je het mogelijk maken dat mensen ook echt zelf die initiatieven kunnen ontplooien. Als buurtbewoners een initiatief hebben, kan zo’n ambtenaar zeggen: waar heb je behoefte aan? Aan wettelijke ondersteuning, aan vergunningen, aan geld, aan in contact brengen met andere organisaties, aan een stuk grond? Kijk wel uit dat je je als overheid niet teveel met dat proces bemoeit. Je ziet nu vaak het omgekeerde gebeuren. Dat gemeenten zich een slag in de rondte organiseren, transitieteams oprichten, verandermanagers aanstellen, transitiespoorboekjes maken. Dat werkt niet, voor transities zijn geen pasklare oplossingen. Vernieuwende sociale initiatieven en burgers weten heel goed welke kant ze op willen. Doe alleen wat echt nodig is. Als er wetten of regels in de weg staan, probeer die aan te pakken en ga je er niet vanuit de gemeente of Den Haag mee bemoeien.

Dat klinkt heel logisch maar toch zie je het nog niet zo heel veel om je heen. Hoe kan dat? 
Ik noem dat mentale en institutionele traagheid. Ambtenaren hebben al 150 jaar voor mensen gezorgd: je bedenkt wat mensen nodig hebben, je zet het om in een beleidsplan, dat ga je ontwikkelen, uitvoeren, uitrollen. Dat is denken vóór mensen. Zelfs als gemeenten op de goede weg lijken, schieten ze soms in die oude kramp. In mijn boek haal ik een voorbeeld aan van Jeugdzorg in Amsterdam. Daar hebben ze een plan ontwikkeld voor die zorg, met meer ruimte voor zorgprofessionals en meer van onderaf opgezet. Maar die ruimte voor die zorgprofessionals wordt tenietgedaan door de strakke organisatorische en financiële planning. Een spagaat: inhoudelijk ruimte bieden vanuit vertrouwen, financieel en organisatorisch die ruimte beperken vanuit wantrouwen. In die samenleving 3.0 moet je leren om de mensen te laten denken en het plan te laten ontwikkelen. Jij bent er als ambtenaar voor dat het uitgevoerd wordt. Dat is een heel andere manier van denken en doen. Als jij al 25 jaar traditioneel werkt, dan gooi je dat niet van de ene op de andere dag om. (…)

U wilt het aantal kantelaars in de komende 5 jaar vertienvoudigen: van 250.000 naar 2,5 miljoen. Als wiskundige stelt u dat dat het punt van no return is. Betekent dat in 2020 de transitie zo goed als voltooid is? 
“Nee, nee, zeker niet. We zijn dan weliswaar flink opgeschoten, maar we zitten ook dan nog steeds in een overgangsperiode. Ik denk dat de chaos de komende jaren eerder groter dan kleiner wordt. Het duurt nog wel een jaar of 10 eer het enigszins stabiel wordt. Relatief stabiel. Want die nieuwe stabiele maatschappij is geen eindpunt, dat is een tussenstap. Er is nooit een absoluut einde bij transities.” (…)’

 

Bronnen
Ministerie van Binnenlandse Zaken, 2 maart 2016: Jan Rotmans: ‘Beweeg mee, anders red je het niet’
Oorspronkelijke publicatie in Movisie (pdf, 32 pag.)
Website Gemeenten van de Toekomst
Gegevens boek ‘Verandering van tijdperk; Nederland kantelt’
Foto Rotmans: janrotmans.nl
Foto Klimaatparade Amsterdam 29 november 20125: Greenpeace/Chantal Bekker

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.