‘Overheidsbeleid moet meer naar lange termijn kijken’

141125-MonitorDuurzaamNederland
25 november 2014 – Het huidige overheidsbeleid heeft vooral aandacht voor energie- en klimaatdoelen voor 2020 en nauwelijks voor de periode daarna. De ontwikkeling van innovatieve, nu nog te dure, energieopties voor de lange termijn is daardoor te beperkt.
Dat verkleint de kans op een succesvolle overgang naar een CO2-arme energievoorziening in 2050.
Aldus een van de conclusies uit de Monitor Duurzaam Nederland 2014.
Vandaag is de Monitor aan staatsecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu aangeboden. Deze derde editie van de Monitor Duurzaam Nederland is op verzoek van het kabinet geschreven en bestaat uit twee delen: een indicatorenrapport, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS); en een verkenning over energie-innovatie, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Uit het persbericht van de drie planbureaus en het CBS
(…) Nederlanders waarderen hun leven met een gemiddeld rapportcijfer van bijna een 8. Zij zijn relatief gezond en het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben is hoog. Daarnaast behoort hun welvaart tot de hoogste in de wereld. Deze hoge levenskwaliteit heeft een prijs. Nederland stoot per inwoner relatief veel broeikasgassen uit. De voorraad aan hulpbronnen, zoals de energiereserves, is beperkt en moet met steeds meer mensen worden gedeeld. Hierdoor zal het voor volgende generaties moeilijker worden om welvaart te genereren. Bovendien is Nederland een grote importeur en exporteur van goederen. De productie van goederen in de exporterende landen gaat, vooral in ontwikkelingslanden, dikwijls gepaard met schade aan het milieu, verarming van biodiversiteit en uitputting van grondstoffenvoorraden. Er zijn, kortom, zorgen over de duurzaamheid van Nederland en over de impact die Nederlandse consumptie- en productieprocessen elders in de wereld hebben.

Om Nederland duurzamer te maken, is innovatie cruciaal. Dat geldt ook voor de overgang naar een CO2-arme energievoorziening die het kabinet in 2050 wil bereiken. Het huidige beleid richt zich vooral op het bereiken van 20 procent CO2-reductie en het bereiken van het aandeel van 14 procent hernieuwbare energie in 2020 tegen zo laag mogelijke kosten. Weinig aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van innovatieve energieopties voor de periode na 2020, zoals de afvang en opslag van CO2, de vergassing van biomassa en de vrachtauto op waterstof of groen gas. Hierdoor neemt de kans op een succesvolle energietransitie af. Daar komt bij dat de 2050-doelen te veraf staan om nu reeds innovatie aan te jagen. Een scherp tussendoel voor CO2-emissie in 2030 kan daarbij helpen. Verder is er nu vooral behoefte aan innovatiebeleid dat niet op één paard wedt, maar dat de ontwikkeling van verschillende technologieën mogelijk maakt.

Energie-innovatie staat of valt met de acceptatie van nieuwe technologieën in het dagelijks leven. Acceptatie hangt van meer dingen af dan alleen techniek, kosten of opbrengst. Zo staan projecten voor de goedkoopste optie voor een CO2-arm energievoorziening, windenergie op land, nu maatschappelijk het meest ter discussie. Een andere CO2-arme techniek, zonnecellen, wordt juist wel positief ontvangen door burgers, mede dankzij de bestaande stimuleringsregeling. Deze techniek is echter relatief duur en heeft om die reden een bescheiden aandeel in de levering van schone elektriciteit. Deze tegenstelling illustreert dat innovatie een complex vraagstuk is waarbij veel aspecten een rol spelen Innovatiebeleid gaat niet alleen over het sturen op ontwikkeling en verspreiding van technologie, maar ook over acceptatie bij de bevolking en ruimte voor bottom-up initiatieven. De motivatie van degenen die nu met zon actief zijn kan wellicht een belangrijk aanknopingspunt bieden om de burger in algemene zin voor een koolstofarme samenleving te winnen.

Bij de Monitor hoort een ‘Verkenning over energie-innovatie’
Uit de toelichting:
De verkenning over energie-innovatie zoomt in op een van de grootste duurzaamheidsuitdagingen. Om de broeikasgasemissies op termijn met 80-95% terug te dringen, is een innovatie in onze energievoorziening nodig. De verkenning laat zien dat het huidige energie-innovatiebeleid te typeren is als ‘bijziend’, waardoor men te weinig naar de lange termijn kijkt. Daarnaast vergen innovaties maatschappelijk draagvlak. Het is onzeker of dit draagvlak al voldoende aanwezig is en het verdient daarom meer aandacht vanuit het beleid.
De verkenning geeft aan langs welke wegen duurzaamheidsproblemen worden opgelost. De stap naar oplossingen vraagt altijd om een analyse van een specifiek duurzaamheidsvraagstuk. De verkenning van 2014 gaat in op energie-innovatie in relatie tot het klimaatvraagstuk. Om de broeikasgasemissies op termijn met 80-95% terug te dringen, is innovatie nodig. De verkenning laat zien dat het huidige energie-innovatiebeleid te typeren is als ‘bijziend’, waardoor er te weinig innovatie plaats vindt voor de lange termijn. Daarnaast vergen innovaties maatschappelijk draagvlak, waarvan het onzeker is of dat al voldoende aanwezig is. Sturing op draagvlak verdient meer aandacht vanuit het beleid.

Enkele conclusies uit het ‘Indicatorenrapport’

  • De uitstoot van broeikasgassen per inwoner is in Nederland vrij hoog. Nederland neemt de 23e positie in op de EU ranglijst. Vanaf 2005 zijn deze emissies met gemiddeld 1,6 procent per jaar afgenomen.
  • Door het verbruik van de eigen energievoorraden zal de afhankelijkheid van Nederland van andere landen op termijn toenemen, tenzij alternatieve energiebronnen worden aangeboord.
  • Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland is sinds 2000 verdrievoudigd, maar is laag vergeleken met andere landen. Nederland heeft in Europees verband zichzelf als doel gesteld het aandeel hernieuwbare energie in Nederland te verhogen naar 14 procent. In 2013 was dat aandeel 4,5 procent.

Bronnen:
Download Monitor Duurzaam Nederland 2014: Verkenning.
Download Het Indicatorenrapport
Persbericht drie planbureaus en het CBS, 25 november 2014: Kwaliteit van leven in Nederland is hoog, maar beperkt houdbaar (2 pag. pdf)
Website Monitor Duurzaam Nederland

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.