Bovengrondse opslagmodules voor nucleair afval in Dessel (foto Niras)

Belgische kernuitstap blijft ook voor komende generaties een zorg

Bovengrondse opslagmodules voor nucleair afval in Dessel (foto Niras)

De ontmanteling van de Belgische kerncentrales zal 15,1 miljard euro kosten. Dat berekende de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (Niras), de beheerder van het nucleair afval. Het hele proces gaat decennia duren.

Vijf jaar geleden kwam een eerdere berekening uit op een kostprijs van 12,08 miljard euro. Het verschil heeft onder meer te maken met de intussen goedgekeurde verlenging van de levensduur van de drie oudste van de zeven Belgische kernreactoren voor elektriciteitsproductie. Hierdoor neemt het volume langdurig te beheren nucleair afval toe.

Niras heeft een inventaris opgesteld van het ‘nucleair passief.’ Die gebruikt het als instrument om de kosten van het afvalbeheer en de ontmanteling van de nucleaire installaties te evalueren en na te gaan of hiervoor (extra) financiële middelen moeten worden aangelegd.

Om de financiële raming betrouwbaar te maken, moeten alle kosten bekend zijn, ook die verbonden aan het beheer van het afval op lange termijn. In tegenstelling tot het laag- en middelactieve kortlevende afval, dat geborgen zal worden in een bovengrondse bergingsinstallatie in Dessel, staat de langetermijnoplossing voor hoogactief en/of langlevend afval nog niet vast. Berging in een circa 200 meter diepe kleilaag onder de Kempen is momenteel de meest waarschijnlijke piste.

Ondergrondse berging

Niras zelf stelt ook voor om dit afval diep onder de grond te bergen, in een bodemsamenstelling die al miljoenen jaren stabiel is. Dit beleidsvoorstel is gebaseerd op internationale aanbevelingen en aan de regering overgemaakt. Ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (Fanc) vindt dat ondergrondse berging de enige veilige optie is.

Wettelijke bepalingen schrijven voor dat de oplossing omkeerbaar moet zijn en dat het mogelijk moet blijven om het afval gedurende een afgesproken periode uit de ondergrondse bergingsinstallatie terug te nemen. Zo kan het afvalbeheer aangepast worden aan de evoluerende wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten. Om die oplossing te kunnen uitvoeren, is een omzichtig en stapsgewijs besluitvormingsproces noodzakelijk, zegt Niras nu. “We willen hierbij alle belanghebbenden informeren en betrekken, zodat iedereen zich kan vinden in een veilige, wetenschappelijk onderbouwde, technische en financieel haalbare oplossing voor deze en alle komende generaties,” zegt directeur-generaal Marc Demarche.

Eerste werken in 2018

Niras wil alvast in de Kempense gemeente Dessel bovengrondse betonnen modules bouwen, waarin het laag- en middelactief kortlevend afval zal worden geborgen. Als al het afval geborgen is, worden de modules afgedekt en als twee groene heuvels in het landschap geïntegreerd. Voor de bouw van de installatie is het nog wachten op de nucleaire vergunning. De werken die niet afhankelijk zijn van die vergunning worden dit jaar al opgestart. Dit project gaat gepaard met een investering van 250 miljoen euro en zal gedurende enkele jaren werk bieden aan meer dan tweehonderd mensen.

Niras verwacht dat er ten vroegste in 2035 een eventuele beslissing valt over de keuze van de site voor de berging van middel- en hoogactief langlevend radioactief afval. Volgens de huidige planning kan er dan, na een noodzaklelijke bovengrondse afkoelingsperiode, in 2100 begonnen worden met de berging ervan. Ook daarna blijft toezicht noodzakelijk. Tegenstanders van kernenergie zien in de lange tijdschaal een van de grootste risicofactoren van het gebruik ervan.

Auteur: Koen Mortelmans

Koen Mortelmans is freelance redacteur voor FluxEnergie en Nieuwsblad Transport.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.