Bezwaar industrie tegen toewijzing emissierechten CO2 afgewezen

Bezwaar industrie tegen toewijzing emissierechten CO2 afgewezen

2 september 2016De Raad van State heeft het bezwaar vanuit de industrie tegen een vermindering van de broeikasgasemissierechten afgewezen. De industrie moet het dus doen met de voor de periode 2012 tot 2020 toegewezen rechten.

De bedrijven die bezwaar maakten waren: DOW Benelux, Esso en ExxonMobil, Kuwait Petroleum Europoort, Yara, Zeeland Refinery, DSM Delft Permit, SABIC Innovative Plastics, Shell Nederland Raffinaderij, Shell Nederland Chemie, Tata Steel en Chemelot.
Ze maakten bezwaar tegen een veermindering van de rechten als gevolg van een EU-correctie.

Uit een bericht van Utilities
‘(…) Een grote groep (petro)chemische bedrijven, raffinaderijen en staalproducenten was in beroep gegaan nadat ze in 2012 minder emissierechten kregen toegewezen. De Raad van State heeft dit beroep verworpen en de correctiefactor op de broeikasemissierechten blijft dus in stand.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in 2013 terecht broeikasgasemissierechten toegewezen op basis van de correctiefactor die de Europese Commissie eerder had vastgesteld. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarmee blijft de toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2012 tot 2020 aan bedrijven uit de zware industrie en andere sectoren in stand. Een aantal bedrijven was het niet eens met de correctiefactor, omdat die ongeldig zou zijn vastgesteld. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. (…)’

Uit een persbericht van de Raad van State
‘(…) De Afdeling bestuursrechtspraak stelde in juni 2014 zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de correctiefactor van de Europese Commissie. In april 2016 verklaarde het Europese Hof dat de correctiefactor ongeldig was vastgesteld. Wel bepaalde het Hof dat deze ongeldigverklaring geen gevolgen heeft voor de toewijzing van emissierechten tot tien maanden na zijn arrest, “teneinde ernstige gevolgen voor een groot aantal te goeder trouw tot stand gebrachte rechtsverhoudingen te voorkomen”. Dit betekent dat de ongeldig vastgestelde correctiefactor toch moet worden toegepast. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak volgt uit het arrest dat de staatssecretaris de toewijzing van broeikasgasemissierechten terecht heeft gebaseerd op die correctiefactor.
De bedrijven vonden verder dat de staatssecretaris de toewijzing van de broeikasgasemissierechten zorgvuldiger had moeten voorbereiden en beter had moeten motiveren. Ook had de staatssecretaris volgens hen meer rekening moeten houden met hun belangen. Bovendien zou de toewijzing rechtsonzeker zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft al deze bezwaren ongegrond verklaard.
In het nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2012-2020 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voor de periode 2012 tot 2020 jaarlijks kosteloze broeikasgasemissierechten toegewezen aan bedrijven in de zware industrie en andere sectoren. Deze bedrijven doen mee aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten. (…)’

 

Bronnen
Raad van State, 31 augustus 2016: Toewijzing van broeikasgasemissierechten blijft in stand
Raad van State, uitspraak met zaaknummer 201311081/2
Utilities, 1 september 2016: Toewijzing van broeikasgasemissies blijft in stand
Foto: FluxEnergie/© Paul Tolenaar

 

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.