Bijzonder idee: ‘aardbevingscertificaten’ om gedupeerde Groningers te helpen

23 februari 2017‘De compensatie van aardbevingsschade in Groningen is een onnodig duur en stroperig proces. Door de creatie van aardbevingscertificaten, die recht geven op een vergoeding door de NAM en de overheid, kan zowel woningschade als verminderd woongenot vergoed worden. Daarnaast worden verhuisbewegingen bevorderd, doordat de certificaten verhandelbaar zijn.’ Een bijzonder idee, gisteren gelanceerd in ESB.

Minne Dulleman (econoom en accountmanager bij TKP Pensioen) en Edwin Woerdman (universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen), beiden woonachtig in het aardbevingsgebied, hebben gisteren in ESB een uitgewerkt idee gepresenteerd dat een einde kan maken aan veel ellende rond de afwikkeling van de aardbevingsschade: ‘verhandelbare aardbevingscertificaten’.

Hoe werkt het systeem?

‘(…) Uitgifte certificaten 
De NAM krijgt de verplichting aardbevingscertificaten uit te geven. Het principe is één certificaat per bestaand huis in het aardbevingsgebied. Om dat objectief te kunnen vaststellen, moet bij de initiële uitgifte gebruik worden gemaakt van het Kadaster. Ieder huishouden krijgt dan gratis een aardbevingscertificaat op basis van een verdeelsleutel die gekoppeld is aan zowel de WOZ-waarde als de bouwconstructie van het huis. Bouwjaar kan een indicator voor de bouwconstructie zijn: nieuwere huizen zijn immers steviger dan oudere. Huizen worden dan niet gekeurd, maar in categorieën ingedeeld op basis van het bouwjaar, net als bij het energielabel. Hoe duurder of onveiliger een huis gebouwd is, hoe hoger de schadevergoeding zal zijn. Het aardbevingscertificaat geeft de bezitter ervan een vergoeding op basis van de frequentie van de aardbevingen, en op basis van de jaarlijkse gasopbrengsten van de NAM en de overheid.

Recht op uitkering
Het certificaat zal ieder jaar een inkomen aan de bezitter geven dat gekoppeld is aan de frequentie en de intensiteit van de aardbevingen (op de schaal van Richter) om zo te compenseren voor de woningschade. Daarbovenop geeft het certificaat ieder jaar een inkomen aan de bezitter dat afkomstig is van een aanmerkelijk percentage van de gezamenlijke gasopbrengsten van de NAM en de overheid, om zo te compenseren voor het lagere woongenot. Omdat de overheid als mede-aandeelhouder van GasTerra profiteert van de verkoop van het gewonnen gas, mogen de inkomsten uit het certificaat desgewenst fiscaal-vriendelijk worden aangewend voor de onderhoudskosten van het huis en voor het aflossen van de hypotheek.
De NAM zal hiervoor samen met de overheid een vastomlijnde voorziening aanleggen, bijvoorbeeld op basis van gasopbrengsten uit het verleden. De jaarlijkse onttrekkingen uit deze voorziening zijn dynamisch: ze gaan omhoog of omlaag, afhankelijk van de aardbevingen in dat jaar, en ze moeten zo worden vastgesteld dat over langere termijn de voorziening afdoende is om het aardbevingsrisico te dekken.

Prijs
Het certificaat wordt vervolgens verhandelbaar gemaakt en kan daarmee worden losgekoppeld van het huis. Er zal handel in deze certificaten ontstaan, waardoor deze een (variërende) marktwaarde krijgen. Die marktwaarde ontstaat door vraag en aanbod, op basis van een optelsom van alle verwachte toekomstige uitkeringen van het certificaat, verdisconteerd naar nu. Omdat de jaarlijkse onttrekkingen uit de voorziening van de NAM en de overheid dynamisch worden vastgesteld (dus gebaseerd op de aarbevingen die in dat jaar hebben plaatsgevonden), zal de prijs van de certificaten niet te laag worden tenzij de aardbevingen ophouden. Bij aardbevingscertificaten is het wel de vraag hoeveel de NAM en de overheid moeten afdragen aan de certificaatbezitters – bijvoorbeeld dertig procent van hun gezamenlijke gasopbrengsten, of juist meer of minder? Maximale (dus volledige) vergoeding van materiële en immateriële aardbevingsschade is nodig om alle externe kosten te dekken, omdat de bewoners geen mogelijkheden hadden om zelf schadebeperkende maatre gelen te nemen. (…)’

Conclusie

‘(…) De huizenmarkt in de provincie Groningen functioneert slecht. Naast de bevolkingskrimp spelen hierbij de aardbevingsschade, de onzekerheid over de vergoeding ervan en de onbestendigheid van de compensatieregelingen een belangrijke rol. Met de aardbevingscertificaten krijgen de woningen de waarde die ze zouden hebben gehad als er geen aardbevingen waren geweest (en dus een economisch efficiënte waarde). Naar verwachting treden dan meer verhuisbewegingen op. De certificaten verbeteren de internalisering van de aardbevingskosten, en op termijn kunnen mensen daar gaan wonen waar dit aansluit bij hun risicohouding ten opzichte van de aardbevingen door gaswinning. (…)’

Lees voor nog meer details over de uitwerking het ESB-artikel.

Bronnen
ESB, 22 februari 2017: Op de tekentafel: Verhandelbare aardbevingscertificaten (pdf, 4 pag.)

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.