Britten krijgen grootste windpark op zee

Gepubliceerd op 04-02-2016 om 05:21

Britten krijgen grootste windpark op zee

4 februari 2016 – Het Deense DONG Energy gaat voor de kust van Yorkshire het grootste offshore windpark ter wereld bouwen. Het windpark, Hornsea, zal voldoende energie leveren voor een miljoen huishoudens.

DONG nam gisteren de laatste investeringsbeslissing. Een bedrag maakte het bedrijf niet bekend, maar de Financial Times schat dat het project zo’n 3 miljard pond (een kleine 4 miljard euro) gaat kosten.

Het park wordt het eerste dat groter is dan 1000 megawatt, aldus DONG, en dan ook meteen een heel stuk groter. Het krijgt een capaciteit van 1,2 gigawatt, genoeg om ongeveer een miljoen huishoudens van stroom te voorzien. RTL Z maakt een snelle vergelijking met Nederland: ‘De totale capaciteit van alle windmolens in Nederland, op zee en op land, is zo’n 2,8 gigawatt’. Hornsea strekt zich uit over ruim 400 vierkante kilometer en moet in 2020 klaar zijn.

Uit het bericht van DONG Energy
‘(…) Henrik Poulsen, CEO of DONG Energy, said: “We are excited about building this huge wind farm and pushing the boundaries of the offshore wind industry.” (…)’

De Britse energieminister Amber Rudd reageerde opgetogen op het nieuws. “The investment shows that we are open for business and is a vote of confidence in the UK and our plan to tackle the legacy of under investment and build an energy infrastructure fit for the twenty first century”, citeert the Guardian haar. Het windpark zal ongeveer 2000 banen opleveren tijdens de bouw en 300 als het af is, aldus the Guardian.

DONG wil in 2020 6,5 gigawatt aan windcapaciteit op zee hebben geïnstalleerd.

Henrik Poulsen in het bericht van DONG
‘(…) “Reaching our strategic target is important as volume is required to reduce the cost of a new technology. It is vital in order to make all players in the value chain advance up the learning curve. As such Hornsea will be another major step in our ongoing efforts to significantly reduce the cost of electricity for offshore wind.” (…)’