foto: Wase Wind

Creg-studie brengt Belgische coöperatieve leveranciers in beeld

In een nieuwe studie brengt de Creg, de Belgische federale toezichthouder op de energiemarkt, de coöperatieve energieleveranciers in beeld. Daaruit blijkt dat de term ‘coöperatie’ toch heel wat variatie omvat.

De Creg definieert drie types van coöperaties die elektriciteit leveren. Eerst zijn er de coöperatieve vennootschappen die elektriciteit produceren en verkopen aan hun vennoten. Hierbij heeft de coöperatieve vennootschap de elektriciteitsproductiemiddelen in eigendom en gebruikt ze die om elektriciteit te leveren aan haar vennoten (enige voorbeeld: Ecopower). Dit type coöperatie sluit het meest aan bij de historische coöperatieve gedachte waarbij een aantal leden middelen verzamelen om rechtstreeks te investeren in een project van hernieuwbare energie, die vervolgens aan de leden wordt verkocht. De tweede groep zijn de coöperatieve vennootschappen die aan hun vennoten elektriciteit verkopen geproduceerd door een (verbonden) vennootschap (enige voorbeeld: Wase Wind, verbonden met de producenten Fortech en Bredekop). De coöperatie gebruikt haar kapitaal om de producenten leningen te verstrekken voor hun investeringen.

De derde groep bestaat uit vennootschappen die elektriciteit verkopen aan vennoten van een coöperatie en, mits meerprijs, aan klanten die geen vennoot zijn van de coöperatieve vennootschap. In dit geval heeft de afnemer heeft de mogelijkheid om een aandeel te kopen in een coöperatie en zo te genieten van een verminderde prijs voor de geleverde energie.

Hoewel hun aantal beleverde toegangspunten stelselmatig toeneemt, blijft het marktaandeel van de coöperatieve vennootschappen beperkt tot 0,94% van de totale aantal toegangspunten in België. Het gaat om ongeveer 59.000 toegangspunten. 92,17 % daarvan ligt in Vlaanderen, 5,37% in Wallonië en 2,46% in Brussel. In Vlaanderen (1,51%) ligt hun marktaandeel dan ook beduidend hoger dan in Brussel (0,20%) en in Wallonië (0,16%). Ecopower, met circa 53.000 vennoten, is veruit de grootste elektriciteitscoöperatie, hoewel ze alleen in Vlaanderen levert. Van alle in heel België door coöperaties beleverde toegangspunten bedient Ecopower er driekwart.

Vlaanderen telt ook het grootste aantal actieve coöperatieve vennootschappen (vier, tegenover twee in Wallonië en één in Brussel). De coöperatieve vennootschappen hebben zeer verschillende structuren en voeren ook een sterk uiteenlopend prijzenbeleid. Er is één coöperatieve vennootschap (Ecopower) wiens productaanbod zich beperkt tot één product met een all in tarief, zonder onderscheid tussen dag- en nachttarief. De andere coöperaties bieden zowel producten aan met een vaste als een variabele energieprijs en bij hen kan er wel een onderscheid tussen dag- en nacht tarief gemaakt worden. Bovendien bieden zij ook een exclusief nachttarief aan. Globaal gezien scoren de coöperatieve vennootschappen goed in vergelijking met vergelijkbare producten die worden aangeboden door de niet-coöperatieve vennootschappen op de elektriciteitsmarkt, vooral bij een laag verbruik.

Competitief

Het aanbod van sommige coöperaties, vooral in Vlaanderen, is zeer competitief en vaak zelfs het goedkoopste aanbod op de markt. Tijdens de onderzoeksperiode stelden Ecopower en Wase Wind zeer scherpe prijzen voor bepaalde verbruiksprofielen voor, zowel in vergelijking met vergelijkbare producten als vergeleken met het goedkoopste product op de markt. Doordat coöperatieve vennootschappen vaak geen of een beperkte vaste vergoeding aanrekenen, zijn het enkel variabele kosten (energiekosten, distributie- en transportkosten, heffingen en btw) die de totale kostprijs bepalen. Als gevolg hiervan scoren de coöperatieve vennootschappen goed bij een laag verbruik in vergelijking met producten van niet-coöperatieve vennootschappen met een vaste vergoeding.

Deze prijszetting, die een laag verbruik stimuleert, past in de filosofie van een rationeel energiegebruik die vele coöperaties bewerkstelligen. Hun producten scoren bij gemiddeld en hoog verbruik globaal genomen goed ten opzichte van vergelijkbare producten, zij het minder dan bij een laag verbruik. Het competitief voordeel door het ontbreken of een zeer lage vaste vergoeding die geldt bij lage verbruiken is minder van toepassing bij een gemiddeld en hoog verbruik, doordat deze er minder doorweegt in de totale jaarlijkse kostprijs.

Prijsvorming verschilt

Coöperatieve aanbieders passen diverse vormen van prijszetting toe. Ecopower vraagt geen vaste vergoeding en heeft een vaste prijs per geleverde kWh elektriciteit die de energiecomponent (incl. kosten groenestroomcertificaten (GSC) en warmtekrachtkoppeling (WKK)), de distributie- en transmissienettarieven en bijkomende heffingen (uitgezonderd de bijdrage energiefonds en het prosumententarief, deze worden afzonderlijk aangerekend) omvat. Deze prijs wordt slechts één keer per jaar aangepast. Er wordt geen onderscheid gemaakt in functie van het type meter. Sinds 1 januari 2017 differentieert Ecopower de prijs per distributie netgebied. Eerder was er slechts één prijs voor alle distributienet gebieden. Dat betekende in de praktijk dat de prijs voor elektriciteit hoger lag in gebieden met een lager nettarief en omgekeerd.

Wase Wind heeft verschillende prijzen naargelang het type meter en vraagt een vaste vergoeding. In de prijs, die per distributienetgebied verschilt, zijn de energiecomponent (incl. GSC en WKK), het distributie- en het transmissienettarief en de bijkomende heffingen inbegrepen. De energiecomponent blijft constant over het hele beleveringsgebied voor het volledige jaar. Wijzigingen in de distributienet- en transmissienettarieven en de heffingen tijdens het jaar worden doorgerekend aan de klanten.

De vennoten van Energie 2030 betalen geen vaste vergoeding, voor niet-vennoten bedraagt deze vergoeding 100 euro/jaar (incl. btw). Energie 2030 past een vaste prijs per geleverde kWh toe. Die varieert, afhankelijk van het type meter. Deze prijs is exclusief de kosten van de groenestroomcertificaten en warmtekrachtkoppeling, de distributie- en transmissienetkosten en de bijkomende heffingen.

De vennoten van coöperaties binnen de groep Cociter, die alleen in Wallonië actief is, betalen een lagere vaste vergoeding (39,95 euro/jaar incl. btw) dan niet-vennoten. De vaste vergoeding voor niet-vennoten is in juli 2018 de hoogste vaste vergoeding in België (325,33 euro/jaar, incl. btw).

Vennoten met vier aandelen van Aspiravi Samen of Limburg Win(d)t kunnen intekenen op diverse specifieke producten bij de energieleverancier Aspiravi Energy. Aspiravi Energy hanteert een vaste prijs per kWh geleverde elektriciteit voor elk type meter. Deze prijs omvat niet de kosten van de GSC en WKK, noch de distributie- en transmissienetkosten en bijkomende heffingen en worden tevens afzonderlijk afgerekend.

De vennoten van Lampiris Coop ontvangen een preferentieel tarief voor 100% groene stroom dat overeenstemt met een korting van 30% op het energiegedeelte op een product binnen het Lampiris productgamma.

Auteur: Koen Mortelmans

Koen Mortelmans is freelance redacteur voor FluxEnergie en Nieuwsblad Transport.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.