‘Eén miljoen Nederlandse huishoudens in de kou’

‘Eén miljoen Nederlandse huishoudens in de kou’

14 maart 2017‘Energiearmoede’ is een groter probleem dan tot nu toe werd aangenomen. Een nieuwe schatting van het aantal Nederlandse huishoudens dat in ‘energiearmoede’ leeft komt uit op één miljoen, terwijl tot nu toe werd aangenomen dat het om 750.000 huishoudens gaat. 

Energiearmoede zou je kunnen definiëren als niet of onvoldoende in staat zijn de energierekening te betalen.
Sia Partners, een internationaal adviesbureau, heeft in Nederland de berekening van de omvang van de energiearmoede geanalyseerd (‘met het oog op de aankomende verkiezingen’).
Hoe komt Sia Partners aan het hogere getal?

Uit een toelichting van Sia Partners

‘(…) In Nederland wordt energiearmoede vaak één op één aan armoede gekoppeld en daarmee aan een belangrijke indicator van armoede: de lage-inkomensgrens. Dit zou betekenen dat energiearmoede alleen huishoudens treft die onder een bepaalde inkomensgrens vallen en niet de huishoudens die boven deze inkomensgrens zitten. Een aanzienlijk deel van de huishoudens dat aan energiearmoede lijdt zit echter boven de lage-inkomensgrens, die gehanteerd wordt voor het risico op armoede.
In België wordt de totale energiearmoede aan de hand van een drietal indicatoren berekend: gemeten -, verborgen- en subjectieve energiearmoede.
Het aantal van 750.000 huishoudens, waarover vaak in Nederland wordt gesproken, heeft uitsluitend betrekking op de categorie gemeten energiearmoede (gEA). Daarmee wordt voorbij gegaan aan huishoudens die in één van de twee andere categorieën vallen en ook in energiearmoede leven. Naar schatting gaat het hierbij in totaal om nog eens 270.000 huishoudens. Rekening houdend met overlap tussen de indicatoren, komt het totaal aantal huishoudens dat in Nederland in energiearmoede leeft daarmee op meer dan één miljoen uit.

Geen 100% overlap tussen energiearmoede en armoede
Vaak wordt gedacht dat met het bestrijden van armoede ook het probleem van energiearmoede wordt aangepakt. Ondanks dat er een verband bestaat tussen energiearmoede en het risico op armoede, zijn er duidelijke verschillen.
Om te bepalen of een huishouden in armoede leeft, wordt vaak uitsluitend gekeken naar het inkomen. Is het inkomen lager dan 60% van de mediaan van de inkomens van de bevolking, dan is er sprake van armoede3. Voor energiearmoede geldt dat er, naast de hoogte van het inkomen, nog twee factoren van invloed zijn. Dit zijn de hoogte van de energierekening en slechte wooncondities. Deze drie factoren hoeven niet tegelijkertijd op te treden. Zo kan het zijn dat een huishouden een inkomen heeft dat boven de lage-inkomensgrens ligt, maar onder slechte wooncondities leeft.
Verdere analyse laat zien dat, ondanks dat er een overlap is, de concepten van armoede en energiearmoede verschillende delen van de bevolking raken. (…) 47% van de huishoudens die in energiearmoede leven [voldoen niet] aan de criteria die worden gehanteerd voor het monitoren van het risico op armoede. Daarmee kan worden gesteld dat om energiearmoede doeltreffend te kunnen bestrijden een aanpak dient te worden gekozen die verder reikt dan het bestrijden van armoede alleen. Gebeurt dit niet dan kan dit betekenen dat ruim 500.000 energiearme huishoudens niet worden geholpen.

Geen aandacht voor energiearmoede bij politiek Den Haag
De laatste twee jaar lijkt er op lokaal niveau toenemende aandacht voor het onderwerp energiearmoede te zijn en zien we met enige regelmaat nieuwe initiatieven ontstaan om het probleem te bestrijden. Wat hierbij dient te worden opgemerkt, is dat naast deze initiatieven, veel initiatieven zijn opgestart om energie efficiëntie te bewerkstelligen of de energietransitie te stimuleren. Energiearmoede is dan in sommige gevallen een bijvangst, maar staat niet centraal. Daarmee is het aantal initiatieven met als primaire doelstelling het bestrijden van energiearmoede, alsmede het aantal huishoudens dat wordt bereikt, tot op heden beperkt. (…)’

Sia Partners bepleit het stimuleren van lokale initiatieven die huishoudens in energiearmoede willen helpen. Ook bepleit Sia Partners de ontwikkeling van een nationale energiearmoedemonitor om zo een beter inzicht in het probleem te krijgen. Het nieuwe kabinet zou bovendien meer aandacht aan het probleem energiearmoede moeten geven.

Bronnen
SIA-partners, 13 maart 2017: Eén miljoen Nederlandse huishoudens in de kou gelaten (pdf, 5 pag.)
SIA-partners, 10 maart 2017: 1 million Dutch households affected by energy poverty (Engelstalige versie)
Website SIA-partners

Zie ook
FluxEnergie, 17 januari 2017: ECN: ‘Minima kunnen eenvoudig geld besparen op energie’
FluxEnergie, 8 oktober 2015: ‘Voedselbank’ voor energie helpt bij ‘energiearmoede’
Foto: Nuon

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.