‘Gaswinning op de Noordzee kan veel schoner’

18 maart 2016 –Vanwege de winningsproblemen in Groningen wil minister Kamp de gaswinning op de Noordzee stimuleren. TNO komt nu met een plan waardoor die winning veel schoner kan: koppelen aan de windmolens op zee.

Het plan van TNO is in feite een twee-fasen-plan:

  • Voed de gasplatforms op de Noordzee met schone energie om het gas uit de kleine velden op te pompen en leg daarvoor een stroomnetwerk aan tussen de windparken op zee en de platforms
  • Gebruik later (als de velden leeg zijn) de infrastructuur om ‘overtollige stroom’ van de windmolens op op de platforms om te zetten in waterstof. Deze tweede fase zal pas over tien jaar of meer nuttig kunnen zijn wanneer de windparken op zee op volle sterkte zijn.
TNO-expert René Peters
TNO-expert dr. ir. René Peters

Het TNO-plan
Uit het TNO-bericht over het plan
‘(…) TNO-expert René Peters: Eén is een verbinding maken tussen de windparken en de nog producerende platforms op zee. Die draaien nu op stroom die ze zelf opwekken met gasturbines, wat uitstoot van CO2, stikstof- en zwaveloxides veroorzaakt. Met schone stroom zijn de emissies te reduceren tot nul.
Het tweede dat je zou kunnen doen is de lege gasvelden gebruiken voor de opslag van teveel geproduceerde elektriciteit door de windparken op momenten dat er geen vraag is. Dat kan door de overtollige elektriciteit om te zetten in bijvoorbeeld waterstof. Deze waterstof kan worden opgeslagen of worden bijgemengd in de gasleidingen. Dit heet Power to Gas. Maar uit bijna lege gasvelden kun je ook direct elektriciteit genereren op de platforms, bijvoorbeeld Gas to Wire, als het niet waait en er toch stroom nodig is, dit heet Power Balancing. Hierdoor kunnen de kosten van de elektrische netwerken op zee mogelijk flink naar beneden.”

Ook CO2 opslag
Daarnaast bieden de gasvelden de mogelijkheid om CO2 in op te slaan. Hiervoor staat een demo project in een bijna leeg gasveld voor de kust bij de Maasvlakte op het programma. Minister Kamp van Economische Zaken en Brussel hebben voor dit zogenaamde ROAD project al subsidie toegezegd. In de toekomst zouden mogelijk de pijpleidingen die gebruikt werden voor het transport van gas uit de velden in de Noordzee naar land volgens René prima geschikt te maken voor de omgekeerde richting: CO2 vanaf land naar de lege velden te brengen.
Olie- en gasmaatschappijen zouden met de offshore windsector en andere stakeholders een gezamenlijke visie en ambitie kunnen ontwikkelen om ongebruikte infrastructuur nieuw leven in te blazen. Wij dragen graag onze technologische kennis aan. Dit zou voor Nederland nieuwe bedrijvigheid op de Noordzee en vervangende werkgelegenheid voor de teruglopende olie- en gaswinning kunnen betekenen; in Nederland, maar ook daarbuiten als we dit idee exporteren. (…)

Peters: “Ons idee is simpel. We maken een verbinding tussen de olie- en gasindustrie op de Noordzee en de offshore windparken. Dat zijn nu nog twee gescheiden werelden, maar ze hebben elkaar veel te bieden. Op dit moment onderzoeken we in samenwerking met Energie Beheer Nederland, Shell en Siemens wat integratie van deze sectoren voor kansen oplevert. Zo onderzoeken we bijvoorbeeld hoe we oude platforms en gasvelden op een innovatieve manier kunnen inzetten om energie op te slaan”, zegt hij. (…)’

Het plan dat nog mist
In een opiniebijdrage in het FD voegt Peters er nog aan toe:
‘(…) Door de offshore olie- en gassector en de offshore windsector sterker met elkaar te verbinden — bijvoorbeeld door het elektrische netwerk van windparken te koppelen aan platforms — kan de bestaande energiewinning op de Noordzee volledig emissievrij worden. Dit vormt de basis voor een energie-infrastructuur op zee waar de olie- en gasindustrie geleidelijk plaats maakt voor offshore wind, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van de synergievoordelen van de beide sectoren.
Hierbij moet ook worden gedacht aan opleiding en inzet van onderhoudspersoneel op zee en gecombineerde logistieke functies. Dit versterkt de werkgelegenheid, maximaliseert de economische waarde van de energiebronnen op de Noordzee voor Nederland en biedt een perfecte uitvalsbasis voor technologische vernieuwing en demonstratie voor onze internationaal opererende maritieme sector in Nederland. Een van de sterkste pijlers van de internationale positie van de Nederlandse industrie.
Nederland heeft een concreet plan voor de ontwikkeling van offshore wind tot 2023, waarbij in totaal 3,5 gigawatt aan vermogen moet worden geïnstalleerd. Wat nog mist is het plan daarna. Wat er nu moet gebeuren is het gezamenlijk werken aan een integrale visie voor de ontwikkeling van de Noordzee als energietuin voor Nederland voor de decennia na 2023, op weg naar een volledig duurzame energiewinning op zee in 2050.
Met als resultaat een versterking van de internationale positie van Nederland in de offshore energiesector, met behoud van werkgelegenheid in de offshore sector en het maximaliseren van de waarde van de energiebronnen op zee. De aangekondigde energiedialoog van de overheid kan hier een goed moment voor zijn. (…)’

160318-Jepma
prof. dr. mr. Catrinus Jepma

Ook een plan/studie van het Energy Delta Institute en ECN
Het tweede deel van het TNO-plan is te vergelijken met het plan waarmee de hoogleraar Catrinus Jepma eind vorig jaar kwam: ‘Laat werkloze boorplatforms waterstof maken met offshore wind’. Het plan van Jepma kwam voort uit een onderzoeksopdracht van minister Kamp aan het Energy Delta Institute. Daarbij ging het om een uitgewerkte simulatie: ‘In the pilot an offshore oil/gas platform is used to convert power from an adjacent offshore wind into hydrogen, methane or syngases with the help of an electolyser and related equipment installed on that platform. The study analyses, with the help of modeling/simulation, risks and barriers but also chances and opportunities. The main finding is that if the green hydrogen/syngas produced on the platform can directly be sold on a dedicated green hydrogen niche market (chemical industry or transportation,) the investment in such an energy offshore conversion and storage unit has a positive business case. Important additional returns for society can be that less investment is required in offshore power grid to the extent that existing gas grid can be used to get offshore wind energy onshore.EDI has been asked to carry out a follow-up feasibility study to relate the findings to one or two concrete North Sea platforms. This study will be carried out with ECN and is scheduled to be finalised by autumn 2016.’

Bronnen
TNO, 17 maart 2016: Nieuwe vorm van duurzame inzet van platforms op zee
FD, 16 maart 2016: Oude infrastructuur Noordzee biedt nieuwe kansen (Registratie)

Zie ook
FluxEnergie, 12 augustus 2015: Kamp: ‘Meer gas uit Noordzee halen’
FluxEnergie, 20 november 2015: Kamp werkt aan regeling om gaswinning Noordzee te stimuleren FluxEnergie, opiniebijdrage,  25 augustus 2015: ‘Aan winning Noordzeegas valt niet te ontkomen’
FluxEnergie, 2 februari 2016: ‘Laat werkloze boorplatforms waterstof maken met offshore wind’

Foto: still uit Nieuwsuurreportage over problemen offshore-industrie

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.