IPCC krijgt deze week nieuwe voorzitter

Gepubliceerd op 06-10-2015 om 07:08

6 oktober 2015 – Deze week kiest het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) een nieuwe voorzitter. Wie volgt Rajendra Pachauri op? De Belgen denken dat ‘hun’ Jean-Pascal van Ypersele een goede kans maakt.

Rajendra Pachauri trok zich in februari van dit jaar onverwacht terug na beschuldigingen van seksueel wangedrag jegens een medewerkster.
Uit een bericht indertijd uit The Guardian
‘(…) Pachauri, one of the UN’s top climate change officials, has denied the charges and his spokesman said: “[He] is committed to provide all assistance and cooperation to the authorities in their ongoing investigations.” His lawyers claimed in the court documents that his emails, mobile phone and WhatsApp messages were hacked and that criminals accessed his computer and phone to send the messages in an attempt to malign him. In his letter of resignation to the UN secretary general Ban Ki-moon, he said: “The IPCC needs strong leadership and dedication of time and full attention by the chair in the immediate future, which under the current circumstances I am unable to provide.” (…)’
Sinds het terugtreden van Pachauri is Ismail El Gizouli waarnemend voorzitter.

Jean-Pascal van Ypersele is een van de zes kandidaten om Pachauri op te volgen. MO Mondiaal Nieuws zet de kandidaten op een rij.

Uit het bericht van MO Mondiaal Nieuws
‘(…) [De linkjes verwijzen naar websites met meer informatie over de betrokkene]

Eén van de zes wetenschappers en misschien wel de grootste kanshebber is de Belgische kandidaat Jean-Pascal Van Ypersele, die jarenlang vice-voorzitter was en reeds sinds 1995 betrokken is bij het IPCC. Als hij voorzitter wordt, wil hij ervoor zorgen dat verschillende perspectieven uit alle delen van de wereld, ook van ontwikkelingslanden, aan bod kunnen komen. Niet onbelangrijk hierbij is dat hij van het voorzitterschap zijn voltijdse job wil maken, terwijl dit tijdens het voorzitterschap van Rajendra Pachauri voornamelijk vrijwilligerswerk was. Hij was de eerste kandidaat die zich begin 2014 aanmeldde.
Naast Van Ypersele staat ook de Oostenrijker Nebojsa Nakicenovic in de lijn voor het voorzitterschap. Hij is wellicht de sterkste rivaal van van Ypersele. Hij is een wetenschapper met al meer dan 30 jaar ervaring in het onderzoek naar ontwikkeling en klimaatverandering en was betrokken bij alle vijf IPCC-rapporten. Net als de Koreaanse kandidaat Lee wil Nakicenovic experten uit ontwikkelingslanden meer betrekken. Ook wil hij ervoor zorgen dat de communicatie van het IPCC sneller verloopt, zodat vragen van onder andere regeringen niet tot aan het volgende IPCC-rapport onbeantwoord blijven. Dit wil hij verbeteren door ook de rol van het IPCC bureau te versterken.
De Amerikaan en expert in de impact van klimaatverandering Chris Field komt eveneens in aanmerking voor het voorzitterschap. Hij is directeur van het Carnegie Institution for Science, dat opgericht werd om wetenschappelijk onderzoek naar ecologie, plantkunde e.a. in Amerika te ondersteunen, en professor milieustudies aan Stanford University. Hij was een van de auteurs die mee het vierde klimaatrapport van het IPCC leidde. Field is een belangrijke kandidaat want als hij voorzitter wordt, kan hij misschien de Republikeinen en hun visie op het klimaat trachten te overtreffen.
Ook Thomas Stocker, wetenschapper en professor aan de Universiteit van Bern, is een kandidaat uit Zwitserland. Hij wil de focus van het IPCC vooral leggen op de risico’s van de klimaatverandering op regionaal vlak.
Hoesung Lee komt uit Zuid-Korea werkt al sinds 1992 voor het IPCC en beoefende reeds verschillende functies. Lee wil de deelname en inspraak van experten uit ontwikkelingslanden versterken en wil de focus van het panel vooral leggen op de niet-professionele uitdagingen zoals jobcreatie, gezondheid, innovatieve en technologische ontwikkelingen.
Tot enkele weken geleden waren er nog maar vijf kandidaten voor het nieuwe voorzitterschap. Ogunlade Davidson uit Sierra Leone besliste onlangs pas om zich kandidaat te stellen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe er gestemd zal worden, vinden wetenschappers en politici, omdat met deze laatste kandidaat het voorzitterschap van een expert uit een ontwikkelingsland nu mogelijk is geworden. (…)’