Juli top voor Nederlandse zonne-energie, dip voor wind
De voorbije maand juli was in Nederland een topmaand voor de opwekking van zonnestroom. Er werd in juli 2018 bijna 75% meer opgewekt dan tijdens dezelfde maand vorig jaar.
De helft van deze groei is te danken aan het zonnige weer, de andere helft aan de plaatsing van extra zonnepanelen. Juli ‘verslaat’ daarmee mei en juni, normaal de betere maanden voor zonne-energie. Dit blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl.
Door het rustige weer viel de productie van windenergie lager uit. De windturbines produceerden bijna 19% minder in vergelijking met juli vorig jaar. De flinke wind in het laatste weekend van de maand maakte nog wat goed. Zonder die wind was het een min van tegen de 30% geworden.
Totaal hoger dan vorig jaar
De totale productie van duurzame energie kwam in juli (3,9 petajoule) toch hoger uit dan het jaar ervoor (3,6 PJ). 1 PJ is ongeveer gelijk aan het jaarverbruik van 15.000 mensen. De zonopbrengst was met 1,9 PJ de hoogste van het afgelopen anderhalf jaar. Mei dit jaar staat met 1,7 PJ op de tweede plaats, juni met 1,5 PJ op plaats drie.
De windproductie zakte in juli met 2 PJ naar een dieptepunt. Juli vorig jaar was goed voor 2,5 PJ. Het afgelopen anderhalf jaar lag de productie nooit lager dan 2,3 PJ.
Beste en slechtste
Zondag 1 juli was de beste dag van de maand. Toen kregen bijna 250.000 mensen zonnestroom. Het was ook de beste winddag met een productie voor 538.000 mensen. Samen met de productie van biogas kregen in totaal bijna 885.000 mensen duurzaam opgewekte energie.
De slechtste zonnedag was dinsdag 9 juli, met een productie goed voor het verbruik van 117.000 Nederlanders. Het dieptepunt bij wind viel op 23 juli. De windmolens leverden toen elektriciteit voor slechts 15.000 mensen.
