Kamp: ‘Nu geen plan voor sluiting kolencentrales, eerst onderzoek’

CDA: ‘Kolencentrales hoeven niet meteen dicht’

22 december 2015 – Minister Kamp zal nu geen plan maken voor de uitfasering van alle kolencentrales. Hij wil eerst een uitvoerige studie opzetten. Pas in het najaar van 2016 kan er dan op z’n vroegst over besloten worden.

De Tweede Kamer had op 26 november de regering verzocht ‘de Nederlandse kolencentrales uit te faseren en daarvoor met de sector een plan op te stellen’.
Dat doet minister Kamp dus niet, althans nu niet. Hij laat de Tweede Kamer in een uitvoerige brief, de ‘kolenbrief’, weten wat hij eerst allemaal wil onderzoeken.

Scenario’s voor al dan niet sluiting in najaar 2016
Dat onderzoek zou dan moeten uitmonden in een aantal scenario’s. Als die scenario’s in het najaar van 2016 beschikbaar zijn, kan dan eventueel gekeken worden naar het uitfaseringsplan waarom de Tweede Kamer gevraagd had.
In de brief aan de Tweede Kamer meldt Kamp dat hij eerst zal onderzoeken ‘welke varianten er zijn om uitfasering mogelijk te maken, wat de gevolgen zijn van deze verschillende varianten op de korte en langere termijn en op welke wijze aan deze gevolgen het hoofd geboden zou kunnen worden. Een gewogen beeld van de genoemde consequenties voor elk van de verschillende varianten kan zo dienen als basis voor nadere besluitvorming.’

Uitfasering kolencentrales niet uitgesloten
Minister Kamp sluit de uitfasering van alle kolencentrales nadrukkelijk niet uit: ‘Het is onvermijdelijk dat hierbij ook gekeken wordt naar de uitfasering van kolencentrales, aangezien kolencentrales behoren tot de grootste CO2-uitstoters in Nederland.’

Onderwerpen van onderzoek
Wat wil minister Kamp in de loop van 2016 allemaal onderzoeken rond het al dan niet sluiten van de kolencentrales?
Samengevat gaat het om de volgende factoren die volgens hem een rol moeten spelen bij de besluitvorming:

  • de doorwerking van het klimaatakkoord van Parijs;
  • de doorwerking van de EU-afspraken;
  • de gevolgen van de uitspraak van de rechter in de Urgenda-zaak;
  • de situatie in de ons omringende landen:
    • de ontwikkelingen op de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt;
    • leveringszekerheid, importafhankelijkheid en de betaalbaarheid van de elektriciteitsvoorziening in deze landen;
    • het voorgenomen besluit in België om de levensduur van twee kerncentrales te verlengen;
    • de afspraken die recent in Duitsland zijn gemaakt over het sluiten van bruinkoolcentrales en het instellen van een capaciteitsreserve en een klimaatreserve;
    • de voortgang die in Duitsland geboekt wordt met het uitfaseren van kernenergie;
  • de gevolgen van de omschakeling naar meer hernieuwbare en decentrale elektriciteitsopwekking (o.a. de weersafhankelijkheid);
  • het waarborgen van de leveringszekerheid;
  • de ontwikkeling van de vraag naar energie;
  • de ontwikkeling van elektrisch vervoer en de gevolgen daarvan;
  • de ontwikkeling van het gebruik van warmtepompen;
  • de importafhankelijkheid en de gevolgen voor de groothandelsprijzen van elektriciteit;
  • de kosten van de afgedwongen sluiting van kolencentrales;
  • de gevolgen voor de concurrentiepositie voor de energie-intensieve industrie;
  • een analyse van de koopkrachteffecten voor huishoudens;
  • de doorwerking op de onwikkeling van hernieuwsbare energie;
  • de betekenis van de bij- en meestook van biomassa in kolencentrales;
  • de effecten van het wegvallen van de warmtelevering vanuit de kolencentrales;
  • de ontwikkeling van de mogelijkheden van CCS;
  • de juridische context (ruimte voor CO2-reducerende maatregelen);
  • de effecten van de fasering in de tijd.

Taskforce voor onderzoek
Minister Kamp overweegt voor de omvangrijke studie een speciale Taskforce te formeren. Het zou ook kunnen zijn dat hij kiest voor de lichtere begeleidingsvorm van een ‘klankbordgroep’. Hij wil bij de studie ook gebruik maken van de Energiedialoog die zal volgen op het uitbrengen van het Energierapporet (rond de jaarwisseling).

In ieder geval zal het kabinet nog in deze kabinetsperiode een besluit nemen over het al dan niet sluiten van alle kolencentrales.

De tekst van de motie die de Tweede Kamer aannam
‘(…) Motie van de leden van Weyenburg en Van Veldhoven
Voorgesteld 11 november 2015

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

overwegende dat CO2-uitstoot een probleem is voor klimaatverandering en dat Nederland moet bijdragen aan een oplossing voor dat probleem door zijn eigen CO2-uitstoot te verminderen;

constaterende dat kolencentrales behoren tot de grootste CO2-uitstoters in Nederland en dat deze bovendien ook fijnstof, stikstof en kwik uitstoten met effecten op gezondheid en milieu;

spreekt uit dat er geen nieuwe vergunningen voor kolencentrales meer zullen worden verstrekt op Nederlands grondgebied;

verzoekt de regering, de Nederlandse kolencentrales uit te faseren en daarvoor met de sector een plan op te stellen, waarbij rekening gehouden wordt met de groei van het aandeel hernieuwbaar, de juridische en financiële aspecten, potentiële weglekeffecten van CO2 naar het buitenland en leveringszekerheid van energie en innovatie, en de Kamer hierover bij de herziening van het energieakkoord in 2016 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Van Veldhoven (…)’

Bronnen
Brief van minister Kamp aan de Tweede Kamer, 18 december 2015: Uitvoering motie over uitfaseren kolencentrales  (pdf, 6 pag.)
Motie van de leden van Weyenburg en Van Veldhoven, aangenomen op 26 november 2015 (pdf, 1 pag)

Zie ook
FluxEnergie, 27 november 2015: Tweede Kamer stemt voor geleidelijke sluiting kolencentrales
F
oto: Essent kolencentrale Eemshaven (foto: RWE/Essent)

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.