‘Klimaatverandering is onrecht. En daar kunnen rechters wat aan doen’

23 juni 2015 – ‘Als klimaatverandering een serieuze bedreiging vormt voor de samenleving, kun je overheden dan via de rechter dwingen in actie te komen?’ De Correspondent staat stil bij de rechtszaak van Urgenda tegen de Nederlandse staat.

In die zaak zal de rechter morgen uitspraak doen. Eind 2013 dagvaardde Urgenda de Nederlandse staat. Urgenda vroeg de rechter aan de overheid strengere reductieverplichtingen op te leggen.
‘Als klimaatverandering een serieuze bedreiging vormt voor de samenleving, kun je overheden dan via de rechter dwingen in actie te komen?’, vroeg De Correspondent zich af.
De Correspondent is duidelijk over de inzet. ‘Er staan vele mensenlevens op het spel. Daarmee is klimaatverandering een vraagstuk van mensenrechtenschendingen geworden.’
Maar ‘of het recht voor het klimaat ook echt een verschil kan maken, weten we nog niet. Het klimaatrecht is een weinig ontwikkeld vakgebied en in de genoemde zaken moet nog worden gevonnist.’

De Correspondent ging te rade bij onder andere Jaap Spier (Spier is hoogleraar aansprakelijkheidsrecht en advocaat-generaal bij de Hoge Raad in Den Haag) en de filosoof Thomas Pogge (hoogleraar filosofie en internationale betrekkingen en directeur van het Global Justice Program van de Universiteit van Yale). Beiden zijn lid van een internationale groep vooraanstaande juristen die zich afvraagt welke rol het recht kan spelen bij het terugdringen van de CO2-uitstoot.
Pogge: ‘Rechters hebben de unieke positie dat ze politici kunnen beteugelen. Als een rechtbank zegt dat de overheid iets moet doen of laten, dan moet ze wel gehoorzamen.’
Spier: ‘Onze emissies hebben effect op het klimaatprobleem. Dat is genoeg reden om tegen de overheid zeggen: je hebt de verplichting om je werk beter te doen.’

De internationale groep juristen heeft uiteindelijk in maart de ‘Oslo-beginselen’ geformuleerd.
De Correspondent: ‘De redenering in de Beginselen is simpel: wie bijdraagt aan het klimaatprobleem, draagt bij aan de schending van mensenrechten. Staten kunnen daarvoor bij uitstek ter verantwoording worden geroepen, omdat zij mensenrechten dienen te beschermen. (…) De groep ging op zoek naar één principe dat voor alle landen ter wereld zou kunnen gelden. Het ‘carbon budget’ kwam in aanmerking: de hoeveelheid CO2 die we nog kunnen uitstoten als we een redelijke kans willen hebben dat de opwarming onder de kritische grens van 2 graden Celsius blijft. Door dit budget te delen door de totale wereldbevolking is per hoofd van de bevolking een aanvaardbaar uitstootniveau vastgesteld. Onderontwikkelde, dichtbevolkte landen blijven per hoofd van de bevolking ver beneden dit uitstootniveau en hoeven hun uitstoot volgens de Beginselen dus – meestal – niet te beperken.
Dit geldt niet voor ontwikkelde landen. Nederland zou zijn emissies sneller moeten terugbrengen dan Bangladesh, zo volgt uit de Beginselen. Dat lijkt inderdaad rechtvaardig. Wij hebben historisch al veel meer broeikasgassen uitgestoten en daarmee hebben we onze huidige economische welvaart bereikt, terwijl voor Bangladesh eerder het omgekeerde geldt. Wij kunnen het ons bovendien beter veroorloven om onze emissies terug te brengen.’

Bronnen  
De Correspondent, 18 juni 20156: Klimaatverandering is onrecht. En daar kunnen rechters wat aan doen  (registratie)
De Correspondent, 10 december 2013: Het proces: de mensheid versus de Nederlandse staat (registratie)
Oslo Principles on Global Climate Change Obligations (pdf, 8 pag.)
Urgenda over de rechtszaak

 

 

 

 

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.