Lage stroomprijs vormt risico voor duurzame energie

Lage stroomprijs vormt risico voor duurzame energie

12 januari 2017 – De huidige lage stroomprijzen vormen een risico voor duurzame energieprojecten, aldus concluderen CE Delft en SEO Economisch Onderzoek in een evaluatie van de SDE+-regeling. Minister Kamp erkent het risico en belooft de situatie in de gaten te houden.

De SDE+-regeling subsidieert het verschil tussen de kosten voor duurzaam opgewekte energie en de stroomprijs op de markt, maar er zit een maximum aan de vergoeding. De huidige lage stroomprijs vormt daarom een risico voor de projectontwikkelaars, aldus CE Delft en SEO Economisch Onderzoek dat de SDE+-regeling in opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzochten.

Uit het rapport van CE Delft en SEO Economisch Onderzoek
‘(…) Door veel projectontwikkelaars wordt aangegeven dat de huidige elektriciteitsprijzen onder de basisenergieprijs [als de stroomprijs hieronder zakt, wordt de vergoeding uit de SDE+-regeling niet meer hoger] zijn gedoken in de beschikkingen die zijn afgegeven. Met name beschikkingen uit 2013 hebben hier last van omdat toen de basisenergieprijs nog relatief hoog was. Dit prijsrisico wordt als een belemmering gezien voor bestaande installaties (die eerder reserves moeten aanspreken) als ook voor nieuwe aanvragen (hogere risicopremie vereist). Dit betekent niet dat het hanteren van een basis- energieprijs vanuit de SDE+-regeling bezien op dit moment ook direct als een belemmerende factor geldt, vanwege de mogelijkheid tot financiële beheersbaarheid. (…)’

Uit een brief van minister Kamp aan de Tweede Kamer
‘(…) Ik zal deze situatie in de gaten houden, maar zie vooralsnog geen aanleiding om de huidige werkwijze aan te passen. Het aanpassen van de basisenergieprijs heeft verregaande consequenties, omdat hiervoor bestaande beschikkingen met terugwerkende kracht zouden moeten worden aangepast. In het belang van de investeringszekerheid voor ondernemers hecht ik sterk aan een stabiele regeling. De stabiliteit van de regeling komt ook als één van de sterke punten van de SDE+ in de evaluatie naar voren. Daarbij komt dat het basisbedrag een risicopremie omvat voor de mogelijkheid dat de energieprijzen onder de basisenergieprijs komen. (…)’

 

In het algemeen zijn CE Delft en SEO Economisch Onderzoek in de evaluatie positief over de SDE+-regeling.

Uit een bericht van SEO Economisch Onderzoek
‘(…) De algehele bevinding is dat de systematiek van SDE+ beter in elkaar zit dan de voorgaande subsidie-regelingen MEP en SDE. Een groot deel van de met SDE+ ondersteunde productie komt zonder SDE+-subsidies vermoedelijk niet tot stand. Mogelijke verbeterpunten liggen in de uitvoering van de regeling en zijn onder andere gericht op verbetering van de realisatie en op het gerichter rekening houden met de kenmerken van verschillende biomassamarkten in de SDE+-regeling. (…)’

In het rapport doen de onderzoekers de volgende aanbevelingen:

Uit het rapport
‘(…) Aanbevelingen systematiek
Wij bevelen aan de systematiek van de SDE+ te handhaven. Het introduceren van een volledige tender of verdergaande tenderelementen zou het veiling- mechanisme verder versterken, maar tegelijkertijd (zonder flankerende maatregelen) het risico geven dat de kans op realisatie van aanvragen onder druk wordt gezet. Dit kan ten koste gaan van het realisatietempo van hernieuwbare energie. Een aparte subsidieregeling voor zon-PV beschouwen wij niet als een goed idee. Voor zonprojecten wordt de hoogste financiële besparing gerealiseerd en de verwachting is dat de komende jaren de kosten voor zon omlaag gaan en dat projecten groter zullen worden (bijvoorbeeld zonneweiden). Concurrentie onder een gezamenlijk budgetplafond blijft van groot belang bij de verdere uitrol van deze techniek in Nederland en het realiseren van toekomstige kostenverlagingen.

Aanbevelingen uitvoering
In het algemeen zijn de ‘checks and balances’ van de SDE+-regeling in balans met de beleidsprestaties van de regeling op het vlak van doeltreffendheid en doelmatigheid. Wel constateren we een aantal verbetermogelijkheden in de uitvoering van de SDE+, die leiden tot de volgende aanbevelingen:

  • Versterk eisen en waarborgen om realiseerbaarheid van projectaanvragen te vergroten door bijvoorbeeld:
    • Inschrijfgeld te vragen bij aanvragen dat wordt teruggestort bij afwijzing door budgetuitputting of bij realisatie van energieproductie. Dit als prikkel om non-realisatie en overmatig strategisch gedrag tegen te gaan. Het inschrijfgeld dat niet wordt teruggestort fungeert tevens als genoegdoening voor gemaakte uitvoeringskosten van beoordeling van de aanvraag.
    • (Verder) aanscherpen van de eisen voor een haalbaarheidsstudie.
  • Op dit moment is de biomassaprijs lastig te vangen in de SDE+-regeling. Wij bevelen aan een methodiek te ontwikkelen om prijsrisico’s van verschillende biomassamarkten (internationaal, regionaal en lokaal) gerichter in te schatten om zo het risicoprofiel te verminderen (de-risken).
  • Kondig belangrijke wijzigingen in de SDE+-regeling eerder aan, bijvoorbeeld door een vooraankondiging van het voornemen tot besluit (half jaar van te voren) en het definitieve aanstellingsbesluit (half november).
  • Overweeg zo snel mogelijk een uitspraak te doen over de continuering van de SDE+ in de periode na 2020 om de nu ontwikkelde markt in leven te houden. (…)

Bronnen
SEO Economisch Onderzoek, zonder datum: Evaluatie van de SDE+- regeling
CE Delft en SEO Economisch Onderzoek, rapport, november 2016: Evaluatie van de SDE+-regeling (pdf, 107 pagina’s)
Kamerbrief minister Kamp, 23 december 2016: Kamerbrief met evaluatie SDE+
Ensoc, 9 januari 2017: Lage stroomprijs remt duurzame energie

Foto: Eneco

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.