Minister Kamp verdedigt zijn gasbeleid in felle bewoordingen

Minister Kamp verdedigt zijn gasbeleid in felle bewoordingen

30 juni 2016Minister Kamp wilde gisteren in de Tweede Kamer meer realisme in het gasdebat brengen en deed dat in, voor zijn doen, scherpe bewoordingen: ‘Als je “fossiele energie” een vieze term vindt en geen gasverbruik meer wilt, maak je het eigenlijk onmogelijk dat de samenleving draait.’

We zetten wat uitspraken van die minister Kamp gisteren in het gasdebat van de Tweede Kamer deed op een rij.

‘Samenleving moet wel blijven draaien’
‘(…) Maar “fossiele energie” is geen vieze term. Het is iets waar 94% van onze hele samenleving op draait. 94% van de samenleving draait op fossiele energie. Als je “fossiele energie” dus een vieze term vindt en geen gasverbruik meer wilt, maak je het eigenlijk onmogelijk dat de samenleving draait. Er kan geen elektriciteit geproduceerd worden, er rijden geen auto’s meer, in de winter kunnen we ons huis niet verwarmen, we kunnen niet koken, de kantoren kunnen niet verwarmd worden en de fabrieken kunnen niet draaien. De samenleving draait op dit moment nog voor 94% op fossiele energie. Het is dus gewoon onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dit op een nette manier kan blijven doorgaan.
Van die fossiele energie is gas de minst belastende en meest milieuvriendelijke vorm. Dat betekent dat het heel goed is als je probeert om optimaal gebruik te maken van gas. Het is ook helemaal niet verkeerd als je voor je gas niet afhankelijk wilt zijn van Qatar, Rusland of Iran, maar bekijkt of je het gas dat je in je eigen land beschikbaar hebt op een verantwoorde manier kunt gebruiken. (…)

‘We kunnen niet overal neen tegen zeggen’
Ik heb willen overbrengen dat we niet moeten doen alsof wij vrijblijvend kunnen zeggen: fossiele energie is niks en gas is niks, wij zijn alleen maar voor duurzaam, voor schoon en voor veilig en de rest is allemaal verkeerd. Dat is niet verantwoord. Dat is niet in het belang van de Nederlanders. Nederlanders hebben er belang bij dat hun samenleving blijft draaien, dat ze werk houden, dat ze hun huis warm hebben, dat de ziekenhuizen draaien, dat er elektriciteit is, dat ze met de auto kunnen rijden en dat ze zich met de trein kunnen verplaatsen.

‘Voorlopig nog 94% fossiele energie nodig’
Daar heb je voorlopig nog 94% fossiele energie voor nodig. Ik weet heel goed dat we het daar in de toekomst niet van moeten hebben. En, met alle respect, ik sta veel meer nog dan de Kamerleden iedere dag in de vuurlinie wat betreft de overgang naar duurzame energie. Ik moet ervoor zorgen dat die overgang naar duurzame energie wordt gerealiseerd. Er zijn doelstellingen geformuleerd waaraan ik me moet houden. Ik moet ervoor zorgen dat die in concrete plannen worden omgezet en dat die plannen worden gerealiseerd, ook als er verzet tegen die plannen is. Ik ben iedere dag bezig met duurzame energie. Ik weet dus heel goed waar we het in de toekomst van moeten hebben. Ik weet ook hoe groot het percentage is waarvan we nu gebruik kunnen maken, namelijk 6%. Ik weet dat dit in de toekomst meer moet worden, maar ik weet ook dat op dit moment fossiele energie voor de Nederlandse samenleving van groot belang is en dat de Nederlandse burgers van ons mogen verwachten dat we voor hun belangen opkomen. (…)

‘Mijn beleid is één groot exitplan voor fossiele energie’
Mijn energiebeleid is één groot exitplan voor fossiele energie. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we in 2050 onafhankelijk moeten zijn van fossiele energie. Dat is vastgelegd in het regeerakkoord, in het energieakkoord, in COP21, het akkoord van Parijs, en in de afspraken tussen de Europese Commissie en de lidstaten. Ik ben daar ook van overtuigd. Ik vind dat dat moet gebeuren. Toen ik als minister begon, was er in Nederland 96% fossiele energie. Nu is dat 94%. Ik moet ernaartoe dat we uiteindelijk in 2050 die nieuwe situatie hebben. Ik heb daarvoor tussendoelen vastgelegd gekregen in het regeerakkoord. Ik heb die zelf helpen vastleggen in het energieakkoord. Het zijn heel ambitieuze doelstellingen en ik zal er heel hard aan moeten trekken. Als ik het voor elkaar krijg, dan is in 2023 16% van onze energie duurzaam. Dan is in 2023 84% echter nog wel steeds fossiele energie. Ik ben dus verantwoordelijk voor het werk, de gezondheidszorg en de verwarming van de huizen van alle mensen in Nederland, maar ook voor de verwarming van dit gebouw, voor de kantoren en fabrieken en voor de elektriciteit. Ik ben ervoor verantwoordelijk dat dit ook allemaal gaat draaien. Ik kan de Kamer verzekeren dat het land te klein zou zijn als dit niet zou draaien, als wij de huizen in de winter voor een deel niet zouden kunnen verwarmen als het erg koud is of als er problemen zouden ontstaan in de brandstofvoorziening voor auto’s. Dan zullen er protesten komen uit het land. De mensen rekenen erop en zij vertrouwen erop dat de regering voor een verantwoorde overgang naar duurzame energie zal zorgen. Daar hoort bij dat wij in de overgangsperiode aandacht blijven besteden aan fossiele energie en dat wij daarbinnen de schoonste vorm, gas, optimaal benutten. (…)

‘Wat ik doe is in het belang van de Nederlandse bevolking’
Wat ik doe, is in het belang van de Nederlandse bevolking. De Nederlandse bevolking koopt er niets voor als ik mij zou fixeren op duurzame energie en het feit zou veronachtzamen dat onze samenleving voor het over-, overgrote deel nu nog op fossiele energie draait. Ik houd die samenleving graag in stand en ik wil graag een verantwoorde overgang maken. Daar zet ik mij voor in. (…)

‘Ik ga vol voor duurzame energie’
De eerste keuze die ik maak, is de keuze voor duurzame energie. Daar ga ik vol voor. (…) Ik zeg dat wij in deze kabinetsperiode het absolute maximum doen om zo snel mogelijk zo veel mogelijk duurzame energie in Nederland te krijgen. (…) Waar ik nu mee bezig ben, is om in vijf jaar tijd vijf keer het grootste windmolenpark op zee van de hele wereld neer te zetten. Vijf jaar achter elkaar vijf keer het grootste windmolenpark! (…) Ik doe echt het maximale wat ik kan. De eerste keuze die ik heb gemaakt, is de keuze voor duurzame energie.

‘Maar we moeten ook ons land aan de gang houden’
De tweede keuze die ik heb gemaakt, is de keuze om ons land aan de gang te houden. Ik zou toch geen knip voor mijn neus waard zijn, ik zou hier toch geen dag langer mogen staan als ik zou veronachtzamen dat 94% van onze samenleving nu nog op fossiele energie draait? Het is toch ondenkbaar dat ik hier massawerkloosheid laat ontstaan en de mensen in de winter in de kou laat staan, alleen maar omdat ik dat veronachtzaam? Dat kan toch niet? Als wij in Nederland, op de Noordzee en op ons land, op een verantwoorde manier olie en gas kunnen winnen, zou het toch idioot zijn om dat niet te doen en in plaats daarvan olie en gas te kopen in het buitenland? Dan zouden wij onze mensen belasting laten betalen en dan hebben de mensen minder aan de overheid omdat er zo nodig geld onnodig naar het buitenland moet worden weggebracht. Ik maak inderdaad twee keuzes, en die zijn allebei noodzakelijk. (…)’

 

Bronnen
Tweede Kamer, 29 juni 2016, woordelijk verslag: Plenaire verslag woensdag 29 juni 2016

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.