‘Nederland is niet de energiesukkel van Europa’

‘Nederland is niet de energiesukkel van Europa’

29 oktober 2015 – Je kunt helemaal niet zeggen dat Nederland hopeloos achterloopt met energiebesparing en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. We zijn wat later begonnen. De doelen van 2020 worden bij ons drie jaar later bereikt. Pieter Boot van het Planbureau voor de Leefomgeving legt uit hoe hij het ziet.

Boot doet dat in zijn column bij Energie Actueel, een uitgave van Energie-Nederland. Onder de kop ‘Nederland niet de energiesukkel van Europa’ wil hij misverstanden rechtzetten. Hij begint bij het rapport ‘ Trends and projections in Europe 2015 ‘ van het Europees Milieu Agentschap (EEA). In dat rapport wordt gekeken of Europa en de lidstaten goed op weg zijn om de energie- en klimaatdoelen voor 2020 te halen. Boot: ‘Op het eerste gezicht blijft Nederland achter. Maar als je goed leest, zit het ingewikkelder in elkaar.’

Uit de column van Pieter Boot
“(…) Europa heeft voor 2020 drie doelen: de emissie van broeikasgassen met 20% omlaag ten opzichte van 1990, het aandeel hernieuwbare energie naar 20%, en het primaire energieverbruik moet 20% minder zijn dan een bepaalde referentie. Dit doel is over de lidstaten verdeeld. Het EEA worstelde met de vraag hoe je de voortgang daarvan per land moet meten. Ik vind dat het daar niet helemaal is uitgekomen. Bij het doel van broeikasgasreductie wordt bezien of landen vorig jaar zelf dachten dat ze het zouden halen. Dat bleek voor Nederland ruimschoots het geval. De recente Nationale Energieverkenning (NEV) 2015 heeft de verwachting iets bijgesteld, maar het broeikasdoel halen we. In België, Ierland en Oostenrijk is dat nog niet het geval, in Denemarken wellicht ook niet. Nederland doet het relatief beter dan Duitsland of het Verenigd Koninkrijk. Heel Europa is nog lang niet goed op weg richting het nieuwe doel voor 2030.

Hernieuwbare energie
Het EEA had het moeilijker bij de vraag of landen hun doel hernieuwbare energie gaan halen. Hier beschikte men niet over betrouwbare projecties. Daarom werd gerapporteerd of het aandeel hernieuwbare energie in 2013 overeenkwam met wat je zou verwachten bij een groeipad richting 2020. Landen die laat beginnen met hun transitie of die een extra versnelling nodig hebben, komen dan uiteraard slecht uit. In 2013 deed Nederland dit het slechtst van alle EU-landen, maar ook Denemarken, Frankrijk, Portugal of Spanje hadden een versnelling nodig. We weten dat die er in Nederland aankomt, waarbij het 2020-doel volgens de laatste NEV nog niet helemaal wordt gehaald. In een land als Spanje staat de voortgang vrijwel stil. Interessant is dat het EEA vermeldt dat Bulgarije, Estland en Zweden hun 2020 doel nu al hebben gehaald. Dit impliceert dat zij ruimte hebben om rechten aan andere landen te verkopen. Nederland heeft bij het pad richting Kyoto-doelstelling actief van de aankoop van broeikasgasreducties gebruik gemaakt (joint implementation) en tegen lage kosten een deel van de beleidsuitvoering in Letland gefinancierd. Omdat we dat relatief vroeg deden, leverde dat veel op. De Nederlandse handelsgeest. Het zou zinvol zijn na te gaan of we hier weer een voortrekkersrol kunnen spelen. Na 2020 is immers te verwachten dat de gezamenlijkheid van de Europese aanpak bij hernieuwbare energie veel groter zal worden.

Energie-efficiency
Bij de beoordeling van de voortgang van energie-efficiency vloog het EEA uit de bocht. Landen moeten laten zien dat ze maatregelen nemen die een bepaalde hoeveelheid besparing opleveren. Volgens de NEV 2015 haalt Nederland dat ruimschoots. Het EEA beschikt niet over al dit soort berekeningen en is gaan kijken of elk land in 2013 op weg was om de gezamenlijk vastgestelde 20% vermindering van het energieverbruik te halen. Het antwoord is voorspelbaar: landen die veel last hadden van de economische crisis halen deze indicator makkelijk (Griekenland, Italië, Spanje) en landen die de crisis beter doorstonden (Duitsland, Nederland, Zweden) laten minder afname van het energieverbruik zien. Met energiebesparingsbeleid hoeft dat niet veel te maken te hebben.
Ergo: met het hopeloos achterlopen van Nederland valt het wel mee. Wel zijn we zo laat begonnen met de versnelling bij hernieuwbare energie dat het doel voor 2020 nog niet in zicht is. Het nationale doel voor 2023 is dat wel. Laten we nadenken of aankoop van hernieuwbare energie elders een meer Europese aanpak van de energietransitie zou ondersteunen. (…)’

Bronnen
Energie Actueel;, 27 oktober 2015: Column Pieter Boot: ‘Nederland niet de energiesukkel van Europa’
Foto Pieter Boot: Energie Actueel

Onderwerpen: , ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.