Nuon en Greenpeace: ‘Over 15 jaar Nederland 60% wind- en zonne-energie’

Nuon en Greenpeace: ‘Over 15 jaar Nederland 60% wind- en zonne-energie’

18 november 2015 – Als Nederland z’n best doet kan het over 15 jaar 60% van alle elektriciteit met zon en wind opwekken. Dat blijkt uit een onderzoek dat Nuon en Greenpeace lieten doen.

Nuon en Greenpeace pleiten samen voor ambitieuze doelstellingen voor 2030.

Uit het bericht van Nuon 
Schermafdruk 2015-11-18 10.22.39‘(…) Nederland heeft de tijd en de ruimte om in 2030 tot aan 75 TWh schone elektriciteit uit zon en wind op te wekken. Nu wordt nog 8 TWh elektriciteit uit zon en wind opgewekt, zo’n 9% van de huidige totale Nederlandse stroombehoefte. Als de snelle groei doorzet kan dit in 2030 oplopen tot zo’n 60%. Hiervoor moet de overheid haar beleid stevig voortzetten, dus ook voor de periode na de looptijd van het energieakkoord vanaf 2023. Dit blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van Nuon en Greenpeace.

Door het in 2013 gesloten Energieakkoord voor 40 TWh duurzame elektriciteit in 2023 is Nederland nu bezig met een flinke inhaalslag naar meer duurzame energie. Het onderzoek toont aan dat ook na de looptijd van het Energieakkoord dit tempo kan worden vastgehouden. Elektrisch rijden en elektrisch verwarmen, maar ook veel meer aandacht voor het slim en betrouwbaar inrichten van netwerken op grote en sterk fluctuerende hoeveelheden duurzame energie, moeten bijdragen aan het behalen van een nieuwe Nederlandse doelstelling voor 2030.

Het onderzoek concludeert dat huidige maatregelen, zoals exploitatiesubsidie (SDE+) en een meer verfijnde vorm van saldering, het meest effectief zijn om de groei van duurzame energie door te zetten. In ieder geval zolang de prijs voor CO2 uitstootrechten nog laag is. Een hogere CO2-prijs blijft ook een belangrijk aandachtspunt wil Nederland de versnelling na 2023 vasthouden.

Meer elektriciteit uit zon en wind betekent dat er minder fossiele brandstoffen nodig zijn en dus minder CO2 wordt uitgestoten. Nuon en Greenpeace zien echter ook een belangrijke rol voor elektriciteit in het verwarmen van huizen en in het vervoer. Gas en olie worden dan vervangen door schone elektriciteit. Dit is belangrijk omdat CO2-emissies van transport en warmtegebruik ruim twee-derde van de totale Nederlandse CO2-uitstoot vertegenwoordigt.

Nuon: ”Met het Energieakkoord is een eerste historische stap gezet in de overgang naar een duurzame Nederlandse energievoorziening. Nu de knop eenmaal om is willen wij de snelheid erin houden. Dat levert naast duurzaamheid ook investeringszekerheid voor ons en alle andere ondernemingen die zich aan de energietransitie verbinden.

Greenpeace: “Als Nederland geloofwaardig voor de dag wil komen bij de klimaatonderhandelingen later dit jaar in Parijs, is het zaak dat we ons eigen huis op orde hebben. Snelle groei van zon- en windenergie op land en op zee zijn tot 2030 onmisbaar om te helpen de CO2-uitstoot terug te dringen en zo te voldoen aan het vonnis in de klimaatzaak. Ook na de looptijd van het Energieakkoord in 2023 moet het groeitempo worden vastgehouden om uiteindelijk af te kunnen van fossiele brandstoffen.” (…)’

Uit het bericht van Greenpeace
Schermafdruk 2015-11-18 10.23.10‘(…) Volgens het Nederlandse Energieakkoord moet in 2023 16% van de totale energievoorziening schoon zijn opgewekt. Een mooi streven, maar het akkoord kijkt niet verder dan dat jaartal. Greenpeace en Nuon lieten SEO Economisch Onderzoek uitzoeken wat nodig is om in 2030 60% van de energievoorziening duurzaam opgewekt te leveren. Het bestaande beleid blijkt daarvoor een geschikte basis is, mits het tempo waarin we omschakelen naar schone energie ook ná de looptijd van het Energieakkoord (2023) vastgehouden wordt. En dat is precies waar nu de schoen wringt.
Wat betreft de uitvoering van de afspraken in het Energieakkoord ligt Nederland flink achter op schema. Het is dus belangrijk dat we onze zaakjes snel op orde krijgen. Meer elektriciteit uit zon en wind betekent dat er minder fossiele brandstoffen nodig zijn en dus minder CO2 wordt uitgestoten. Elektrisch rijden en elektrisch verwarmen, maar ook veel meer aandacht voor het slim en betrouwbaar inrichten van netwerken op grote en sterk fluctuerende hoeveelheden duurzame energie, moeten bijdragen aan het behalen van een nieuwe Nederlandse doelstelling voor 2030. Want die, zo benadrukken Greenpeace en NUON, moet er echt gaan komen. (…)’

Het Financieele Dagblad over de samenwerking tussen Nuon en Greenpeace
‘(…) De kiem van deze samenwerking werd vijf jaar geleden gelegd, bij een rechtszaak rondom de bouw van een kolencentrale van Nuon in Groningen, vertellen Nuon-coo Martijn Hagens en Greenpeace-campagnedirecteur Joris Thijssen in een gesprek met het FD. Thijssen: ‘Het lukte ons om tot een deal te komen voordat de rechter uitspraak deed. Uit die onderhandeling is deze studie voortgekomen. Natuurlijk zijn we het niet altijd met elkaar eens. Ik zou het met Nuon bijvoorbeeld weleens willen hebben over de bruinkoolactiviteiten van moederbedrijf Vattenfall.’ Ondanks dit soort meningsverschillen noemt Hagens het best logisch dat juist deze twee partijen samen een onderzoek hebben opgezet. ‘We hebben allebei de wil om te verduurzamen, ook al kiezen we niet altijd hetzelfde pad.’ (…)’

Uit het bericht van SEO Economisch Onderzoek
Schermafdruk 2015-11-18 10.08.49‘(…) Financiële stimulering via exploitatiesubsidies en saldering vormt het meest effectieve instrument om in 2030 de productie van hernieuwbare elektriciteit uit windenergie en zonne-energie te verhogen naar 75 TWh, circa 60 procent van de verwachte elektriciteitsvraag. Het bestaande beleid is daarmee een geschikte basis om het duurzaam energiebeleid voor de periode na afloop van het Energieakkoord in 2023 vorm te geven.

Dit is de belangrijkste conclusie van het rapport Nieuwe impulsen voor hernieuwbare elektriciteitsvoorziening in 2020-2030 dat SEO Economisch Onderzoek heeft geschreven in opdracht van Greenpeace en Nuon/Vattenfall.

Doelstellingen hernieuwbare energie
Dit rapport richt zich alleen op verduurzaming van de elektriciteitsproductie. Uitgangspunt is de ambitie van de opdrachtgevers om in 2030 75 TWh duurzame elektriciteit uit wind- en zonne-energie te produceren, circa 60 procent van de verwachte elektriciteitsvraag. Hiermee kan een reductie van de CO2-emissies van circa 15 tot 30 Mton gerealiseerd worden, wat van groot belang is om uiteindelijk in 2050 80-95 procent CO2-reductie te bereiken ten opzichte van 1990. Tevens zal met deze ambitie voor wind- en zonne-energie het aandeel duurzame energie stijgen van 16 procent in 2023 naar 22 procent in 2030, ceteris paribus energiebesparing en duurzame energie in andere sectoren.

75 TWh is ambitieus
Dit rapport beoordeelt een aantal factoren die van belang zijn om 75 TWh in 2030 te kunnen realiseren. Dit is een verdubbeling van wat in het Energie akkoord is afgesproken. Er is daarom nader onderzoek nodig naar het voorwaardelijk beleid dat nodig is om de inpasbaarheid van extra productie van hernieuwbare elektriciteit uit zon en wind in het elektriciteitssysteem te waarborgen. Voorwaardelijk beleid bestaat uit het versterken van: verbindingen met het buitenland (interconnectie), demand side management, opslag, reserve- en balanceringsvermogen en verdergaande elektrificatie van het energieverbruik.

Bestaand stimuleringsbeleid is een goede basis voor toekomstig beleid
Ook na 2023 blijft stimulering van duurzame energie noodzakelijk, omdat de kostprijzen van wind- en zonne-energie hoger liggen dan de elektriciteitsprijs. Gebaseerd op de huidige inzichten wordt een extra stimulering (bovenop het Energieakkoord) voorzien in de orde grootte van 935 miljoen euro per jaar.

Dit rapport concludeert dat bestaand beleid een geschikte basis is voor intensivering van het stimuleringsbeleid. In het algemeen geldt dat financiële stimulering de voorkeur verdient boven indirecte financiële stimulering of niet-financiële regulering. Dit betreft exploitatiesubsidies en uitbreiding van salderingsmogelijkheden die als meest effectief zijn beoordeeld. Andere maatregelen zoals een rol voor de overheid als launching customer zijn hooguit een aanvulling op de werking van financiële stimuleringsmaatregelen.

Wind op zee
Hernieuwbare elektriciteit uit wind op zee levert met 37 TWh de grootste bijdrage aan het doel van 75 TWh in 2030. Dit is een toename van 25 TWh ten opzichte van de productie uit wind op zee in 2023. Het realiseren van voldoende schaal is belangrijk om de onrendabele top voor wind op zee te laten dalen. Daarmee kan de stimuleringsbehoefte worden beperkt. Exploitatiesubsidies vormen een effectieve stimulans voor wind op zee. Wanneer de financiering in de toekomst een knelpunt blijkt, kan het interessant zijn overheidsdeelname in vreemd of eigen vermogen van de windparken op zee te overwegen.

Wind op land
Wind op land draagt in het scenario van dit rapport 23 TWh bij aan het einddoel van 75 TWh. Dit is een toename van 4 TWh ten opzichte van de productie uit wind op land in 2023. De groei van wind op land is in deze studie beperkt ingeschat in verband met lokaal draagvlak. Ook voor wind op land vormen exploitatiesubsidies een effectieve stimulans.

Zon-PV
Sterke kostendalingen kenmerken de ontwikkeling van Zon-PV. In 2030 draagt deze technologie met 15 TWh bij aan het einddoel. Dit is een toename van 8 TWh ten opzichte van de productie uit zonne-energie in 2023. Zon-PV kent bij toepassing door huishoudens en bedrijven een veel kleinere schaalgrootte dan wind op zee. Saldering sluit het best aan bij de behoeften van huishoudens en bedrijven als investeerders in zon-PV. Dit rapport beveelt aan de salderingsregeling geleidelijk aan te passen om overstimulatie te voorkomen. Tevens is het wenselijk om de grondslag voor saldering uit te breiden, zodat op meer locaties de installatie van zon-PV rendabel kan zijn. (….)’

Bronnen
Nuon, 18 november 2015: Greenpeace en Nuon pleiten voor ambitieuze duurzame doelstellingen 2030
Greenpreace, 18 november 2015: Greenpeace & Nuon: ‘Energieakkoord is richtlijn voor 2030’
FD, 18 november 2015: Greenpeace en Nuon willen meer zonne- en windenergie (Registratie)
SEO Economisch Onderzoek, 17 november 2015: Nieuwe impulsen voor hernieuwbare elektriciteitsvoorziening in 2020-2030
SEO Economisch Onderzoek, rapport: Nieuwe impulsen voor hernieuwbare elektriciteitsvoorziening in 2020-2030 (pdf, 122 pag.)

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.