Ton van Til fotografie www.tonvantil.nl

Onduidelijkheid mogelijke rem op groei warmtepompen

Trendrapport warmtepompen 2018.

Warmtepompexperts spreken elkaar vaak tegen, met onduidelijkheid voor de consumenten als gevolg. Dat kan als rem op de groei werken, luidt een van de opmerkelijke conclusies van het allereerste Nationaal Warmtepomp Trendrapport. Dit rapport is gebaseerd op een analyse door onderzoeksbureau Dutch New Energy Research in opdracht van vakbeursorganisatie Duurzaam Verwarmd.

Het rapport, dat de toekomst van de warmtepomp in vooral Nederland tracht te schetsen, werd op 26 september voorgesteld tijdens de Warmtepomp Business Day in Driebergen. Een warmtepomp waardeert energie op uit de bodem, buitenlucht of ventilatielucht met rendementen van rond de 400%. De ventilatiewarmtepomp met warmteterugwinning haalt zelfs hogere rendementen.

Een bevraging bij 131 fabrikanten, installateurs, groothandelaars, distributeurs, ingenieurs- en adviseursbureaus wijst uit dat de belangrijkste hindernissen voor klanten de hoge kosten en een kennisgebrek zijn. “De snelle ontwikkelingen genereren tegenstrijdige meningen, conflicterende belangen en een reeks mythes. Betrouwbare, objectieve en onafhankelijke informatie is onontbeerlijk om de juiste politieke en ondernemersbeslissingen te nemen,” menen de rapporteurs.

Verdere kostendalingen en een betere informatievoorziening zijn dan ook van groot belang. De respondenten ervaren over het algemeen een (ruim) tekort aan technisch gekwalificeerd warmtepomp-installerend personeel in Nederland. Ze signaleren ook politieke en technische uitdagingen die de transitie naar een aardgasvrije warmtevoorziening zullen bemoeilijken, meer bepaald de wet- en regelgeving, het beheer van het elektriciteitsnet en de mogelijkheden voor energieopslag en subsidies voor eindgebruikers.

De antwoorden op de stellingen over rendement, marktaandeel en toe te passen techniek zijn sterk verdeeld. Toch vindt een overgrote meerderheid van de respondenten vindt dat de toekomst van de warmtepomp er zeer positief uitziet.

Naar verwachting zullen er in 2020 in Nederland meer dan 200.000 warmtepompen zijn opgesteld en in 2030 bijna 1.300.000. Hoewel de prognose zich tot 2030 beperkt, lijkt er ook na 2030 ruimte voor verdere groei in de warmtepompmarkt. De sector zal op een gegeven moment volwassen worden en meer verschuiven naar een vervangingsmarkt, maar na 2030 zullen naar verwachting nog zo’n 6.000.000 moeten worden verduurzaamd tot 2050, waardoor er ook na 2030 nog ruimte voor verdere groei lijkt te bestaan.

In het voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord wordt Nederland CO2-neutraal. In nieuwbouw worden vanaf 2021 alleen nog warmtepompen geplaatst. In de bestaande woningbouw en in de utiliteitsbouw gaan warmtepompen snel gasgestookte verwarming verdringen. Daarbij is sprake van zowel individuele als collectieve toepassingen.

In 2017 werden er 20.000 warmtepompen verkocht tegenover 400.000 cv-ketels. Respondenten verwachten dat al in 2024 net zoveel warmtepompen worden verkocht als cv-ketels. Nieuwe wet- en regelgeving, hogere gasprijzen, ambities van de bouwagenda en stimuleringsmaatregelen zullen daarin een belangrijke rol in spelen.

Duidelijke en correcte informatie

Toch zijn gunstige voorwaarden van wet- en regelgeving slechts één kant van de groeimedaille. Zo blijkt uit dit onderzoek dat ook experts het vaak niet met elkaar eens zijn over het juiste product of de juiste toepassing. Wanneer ze elkaar tegenspreken, werkt dat als een rem op de gehele markt. Mogelijke oplossingen zijn normeringen, wijkgerichte aanpak per gemeente en gebouwgebonden financiering.

Maar dit is niet voldoende; fabrikanten, distributeurs en installateurs zullen met elkaar in gesprek moeten om kennis, kwaliteit en communicatie te verbeteren. Wanneer álle woningen zouden overgaan op warmtepompen, wordt 7,2 miljard kuub aardgas bespaard. Om de volgende stap te kunnen nemen is het belangrijk dat transparante, feitelijke data beschikbaar komen om het kennisniveau en de besluitvorming in de Nederlandse warmtepompsector te ondersteunen. Dit maakt de aanstaande opgave overzichtelijker en begrijpelijk, zowel voor eindgebruikers als voor bestuurders, ambtenaren en politici.

Overheidsambitie

De overheidsambitie om de hele woningvoorraad vóór 2050 te verduurzamen betekent dat er op korte termijn 200.000 woningen per jaar verduurzaamd moeten worden en gemiddeld ruim 10 miljoen m² bruto vloeroppervlakte per jaar in utiliteitsgebouwen.

Met de huidige beleidsinstrumenten zal naar verwachting de ingezette stijgende groei minimaal tot 2020 doorzetten. Aannemende dat de warmtepomp de dominante techniek is in de nieuwbouw met een marktaandeel van minimaal 60%, wordt verwacht dat de groei van warmtepompen in nieuwbouwwoningen binnen een paar jaar zal groeien naar 30.000 warmtepompen per jaar. In de bestaande bouw en de utiliteit zal de groei in eerste instantie beperkter zijn dan in de nieuwbouw vanwege de noodzaak om eerst voldoende isolatiemaatregelen te treffen alvorens het warmtesysteem te verduurzamen.

Naar verwachting zal de groei van warmtepompinstallaties in de bestaande bouw na 2021 een sterk stijgende trend doormaken naar 100.000 installaties per jaar. Ervan uitgaande dat het marktaandeel van warmtepompen 50% is en de vervanging van de cv-ketel volledig doorzet, kan een markt van 200.000 warmtepompen per jaar worden verwacht in de bestaande woningbouw tegen 2030.

Voor utiliteitsbouw is het lastiger een inschatting te maken wegens de grote variatie van gebouwen en hun gebruik. Met momenteel jaarlijks ruim 20.000 warmtepompen versus bijna 400.000 cv-ketels bedraagt de huidige marktpenetratie zo’n 5%. Verdere stijging van het marktaandeel vraagt om slimme elektriciteitsnetten.

Hybride systemen slechts tijdelijke oplossing

Er zijn verschillende warmtepompen in ontwikkeling die met behoud van efficiency ook hoge temperatuur warmte kunnen leveren. Daarmee is tapwaterproductie met een hoog rendement mogelijk én kunnen warmtepompen ook in bestaande woningen gedurende de hele winter worden toegepast. In principe maakt dit de weg vrij voor all-electric systemen voor een zeer groot deel van de Nederlandse woningvoorraad. Binnen vijf tot tien jaar kunnen deze systemen op de markt verwacht worden. Innovaties daarin en slimme netten zullen vanaf 2025 de weg banen voor uitfasering van hybride naar volledig elektrische oplossingen en daarmee volledig duurzaam als de elektriciteit klimaatneutraal zal worden opgewekt.

Naar verwachting zal het energiebeleid op korte termijn een meer gelijkwaardig speelveld creëren door bijvoorbeeld de belasting op elektriciteit te verlagen en de belasting op aardgas te verhogen, waardoor de overstap naar elektrische alternatieven gestimuleerd wordt. Ook (energie-)normering en -labeling van gebouwen zal bijdragen aan keuzes voor duurzame systemen boven aardgas en waarin warmtepompen naar verwachting een groot aandeel zullen hebben. Installatiecapaciteit en -kwaliteit zullen naar verwachting de bepalende factoren en misschien zelfs de remmen zijn op de groei.

Naast merkspecifieke opleidingen door leveranciers werkt de branche intensief samen met de installatiesector om de onderwijs- en opleidingsinfrastructuur te actualiseren. In september worden bijvoorbeeld zeven praktijklocaties voor het hele warmtepompenspectrum in gebruik genomen, waardoor er enkele duizenden monteurs per jaar extra beschikbaar komen.

De prijzen van warmtepompen dalen al enige jaren gestaag. Naar verwachting zet deze daling zich door. Het aantal leveranciers op de markt neemt toe en het productievolume stijgt. Deze combinatie van factoren zorgt voor een steeds betere businesscase voor warmtepompen. Daarnaast spelen de energieprijzen (en de component energiebelasting) een belangrijke rol in de business case van warmtepompen. In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven de energiebelasting in sterkere mate te koppelen aan de CO2-intensiteit, waardoor gas duurder wordt. Daartegenover staat dat er ook een minimumprijs voor CO2 toegepast gaat worden in de elektriciteitsproductie, waardoor de elektriciteitsprijzen kunnen stijgen. Ook omdat nog andere factoren meespelen in de prijsontwikkelingen van gas en elektriciteit is het niet eenduidig hoe de gasprijs zich op de korte termijn gaat ontwikkelen ten opzichte van de elektriciteitsprijs.

Duurzaamheidseisen voor bestaande woningen

Vanuit de politiek komen berichten dat ook voor bestaande woningen mogelijk duurzaamheidseisen gaan gelden. Dit geeft duurzaamheid in het algemeen en warmtepompen in het bijzonder een forse boost.

Voor woningcorporaties bestaan er plannen om de verhuurdersheffing (deels) terug te laten vloeien naar de sector, in ruil voor verbetering van de energieprestatie van het woningbestand. Voor de utiliteitssectoren is het noodzakelijk om kennis en ervaring binnen de uitvoerende ambtelijke diensten op te bouwen, zodat adequaat kan worden toegezien op de planning en uitvoering van energiebesparende maatregelen.

In het voorstel voor de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord staat dat alle gemeenten in 2021 een transitievisie voor warmte moeten hebben opgesteld, met daarin het tijdspad voor de verduurzaming van waarin wijken. Vanaf 2022 gaat de wijkgerichte aanpak van start. Hoewel de gemeente de regie neemt, zullen besluiten in overleg en samenhang met bewoners, woningeigenaren en andere stakeholders in de wijken genomen worden. De transitievisie zal om de vijf jaar worden geactualiseerd en, waar nodig, bijgestuurd.

Omdat de wijkgerichte aanpak pas in 2022 van start gaat, worden een aantal doelstellingen genoemd om al op de kortere termijn te beginnen met de transitie. Er wordt voorgesteld dat van de tussen 1 juli 2018 en eind 2021 geplande nieuwbouw in de woningbouw en utiliteitssector 75% aardgasvrij opgeleverd wordt. Van de nieuwbouw die tot 2021 in de pijplijn zit was 45% met een gasaansluiting ontworpen, maar er wordt nu naar gestreefd om hiervan bijna de helft zonder gasaansluiting op te leveren.

First movers en woningcorporaties

Ook wordt voorgesteld dat 102.500 bestaande woningen onder beheer van woningcorporaties vóór 2022 aardgasvrij of ‘aardgasvrij-ready’ gemaakt worden. Dit houdt in dat 50.000 woningen op lokale warmtenetten aangesloten worden (die op termijn verduurzaamd worden) en 52.500 woningen overgaan op collectieve of individuele (hybride) warmtepompen, al dan niet gecombineerd met een warmtenet. Woningcorporaties willen in de jaren 2019-2021 warmtepompen toepassen in 52.500 woningen terwijl een (aanzienlijk) deel van de ruim 160.000 geplande nieuwbouwwoningen die vóór 2022 aardgasvrij opgeleverd moeten worden ook gebruik zal maken van warmtepompen. Om de uitrol van warmtenetten te faciliteren wordt tot 2022 50 miljoen euro beschikbaar gesteld om ‘first movers’ te steunen. Dergelijke initiatieven zullen de vraag naar warmtepompen op korte termijn al sterk doen toenemen.

Auteur: Koen Mortelmans

Koen Mortelmans is freelance redacteur voor FluxEnergie en Nieuwsblad Transport.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.