Ongunstig energielabel weegt minst op woningprijs in grote steden
Ongunstige F- en G-energielabels vertragen en verlagen de verkoopopbrengst van koopwoningen minder sterk in de vier grootste steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) dan daarbuiten. Buiten de grote stad gaan deze rode labels gepaard met een prijskorting van bijna 13.000 euro gemiddeld. Dit blijkt uit een grootschalige transactiestudie uitgevoerd door onderzoekers van Tilburg University.
De onderzoekers bestudeerden hiervoor ruim 60.000 gelabelde woningen die in de tweede helft van 2017 werden verkocht. Zo’n 31% van deze woningen was voorzien van een gunstig en groen A- of B-label, terwijl 16% werd verkocht met rode F- en G-labels. Voor kopers is dankzij dit energielabel vooraf de thermische kwaliteit van deze woningen bekend.
De onderzoekers bestudeerden de invloed van het energielabel op zowel de verkoopsnelheid als op de verkoopopbrengst. Door gebruik te maken van het fijnmazige cijfermateriaal van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), konden ze daarbij rekening houden met pand-specifieke kenmerken zoals leeftijd, staat van onderhoud, locatie en woningtype.
Verkoopsnelheid en prijsimpact
Over heel het land gemeten, versnelt een gunstig A-label de verkoop met ruim 48 dagen, terwijl een koopwoning voorzien van een G-label 54 dagen langer dan gemiddeld te koop staat. Ook in de prijs zijn er merkbare verschillen. Koopwoningen met een gunstig A- of B-label konden in 2017 rekenen op een prijspremie van ruim 6.300 euro, terwijl F- en G-labels de verkoopopbrengst drukten met bijna 13.000 euro.
Deze effecten zijn sterker voor eengezinswoningen dan voor appartementen, maar wanneer alleen de transacties uit de vier grootste steden worden bestudeerd blijken ze aanzienlijk kleiner. Zo verschilt de verkoopsnelheid tussen een A- en G-label woning in de grote stad met slechts 21 dagen (ten opzichte van een landelijk verschil van ruim 102 dagen) en blijft de prijskorting van F- en G-label koopwoningen beperkt tot 2.300 euro.
“De informatie in energielabels is hetzelfde in heel het land, maar wordt in grote steden duidelijk minder zwaar meegewogen door kopers. In de oververhitte woningmarkten in de grote stad wordt minder onderscheid gemaakt door kopers. Men betaalt op dit moment de hoofdprijs voor vrijwel elke woning, ongeacht de energiestatus,” aldus onderzoeksleider professor Dirk Brounen.
De onderzoekers analyseren de effecten van het energielabel op de koopwoningmarkt elke zes maanden en beschikken hiervoor over de transactiecijfers van de NVM en de energielabelinformatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Ze bestudeerden de prijseffecten op basis van een gevalideerd onderzoekmodel, beschreven in ‘On the economics of energy labels in the housing market’ van Dirk Brounen en Nils Kok en gepubliceerd in de Journal of Environmental Economics and Management 2011.
