Opbrengst drijvend windpark overtreft verwachtingen

Statoil bouwt eerste drijvende windmolenpark

Met een gemiddelde opbrengst van 65 procent levert het drijvende windpark Hywind meer op dan op basis van vaste windparken verwacht mocht worden, zegt projectontwikkelaar Statoil. Alleen voor de decemberstorm Caroline moest het stilgelegd worden.  

Hywind Scotland bestaat uit vijf drijvende windturbines van 6 MW, die 25 kilometer voor de kust van het Schotse Peterhead drijven. Ze worden rechtop gehouden door een 78-meterslange kolom van ballast en drie kabels aan het zeebed. Hoewel Japan in 2013 al een drijvende windmolen had met een drijvende turbine voor de kust van Fukushima, is Hywind ’s werelds eerste drijvende windpark.

Diepe wateren

Volgens projectontwikkelaar Statoil leveren bodemgebonden windparken ruwweg tussen de 45 en 60 procent van hun capaciteit. Van november tot en met januari bracht Hywind gemiddeld 65 procent op, stelt de Noorse olie- en gasgigant: veel meer dan aanvankelijk verwacht was. Het drijvend windpark overleefde daarnaast grote stormen met golven van ruim acht meter zonder ongelukken, zoals orkaan Ophelia. Tijdens de decemberstorm Caroline werd het park stilgezet, en nadien automatisch weer opgestart.

Met haar ondiepe wateren bood de Noordzee al aantrekkelijke plaatsen voor offshore windmolenparken, maar met de drijvende technologie wordt windenergie van de zee ook bereikbaar voor landen met diepe kustwateren, zoals Noorwegen en Japan. Omdat 80 procent van de wereldwijde potentieel aan wind-op-zee te vinden is op wateren met een diepte van meer dan 60 meter, ziet Statoil grote mogelijkheden om drijvende wind te ontwikkelen in Azië, de westkust van de Verenigde Staten en Europa, stelt Statoil’s uitvoerend vice president New Energy Solutions, Irene Rummelhof.

Lees ook:

Auteur: Klaartje Jaspers

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.