PBL: belast industrie voor milieuschade

‘Nu goed moment om wereldwijd met subsidies op fossiel te stoppen’

De productie van goederen levert Nederland jaarlijks mogelijk 38 miljard euro aan directe milieuschade op, waarvoor in het huidige belastingstelsel veel te weinig wordt betaald, constateert het PBL. Groene belastingen zouden al bij de industrie geheven moeten worden, denkt het Planbureau, niet pas bij de eindgebruiker. Grondstoffen zijn nu veel te goedkoop, en het gebruik van fossiele energie is grotendeels onbelast.

Productie in Nederland levert ongeveer 28 tot 38 miljard euro aan milieuschade op*, berekent het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in haar rapport Fiscale vergroening: belastingverschuiving van arbeid naar grondstoffen, materialen en afval. Het kijkt daarbij vooral naar de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreiniging door zaken als fijnstof en stikstofoxiden. Milieuschade in Nederland ontstaat met name bij de grondstofverwerking in de basisindustrie, constateren de onderzoekers: bij de productie van materialen zoals aluminium, ijzer, plastics en kunstmest en halffabricaten zoals staal en auto-onderdelen.

Milieuschade groter dan winst

Omgerekend leveren sommige sectoren meer schade dan economisch waarde op, concluderen de onderzoekers. Zo blijkt de milieuschade van kunstmest vier keer zo groot als haar economische waarde, terwijl de milieuschade van ijzer- en staalproductie bijna anderhalf keer haar productiewaarde zou zijn. Als Nederland negatieve maatschappelijke effecten wil voorkomen en de transitie naar een economie zonder fossiele energie wil  realiseren, moet die milieuschade effectief in rekening gebracht worden.

De markt faalt momenteel, constateert het PBL: grondstoffen zijn veel te goedkoop doordat schadelijke effecten niet in de prijs tot uitdrukking komen. Om dat te verhelpen, kunnen groene belastingen worden geïntroduceerd die grondstoffen duurder maken. Terwijl we juist in moeten inzetten op duurzame materialen en hergebruik, is het gebruik van olie voor het maken van plastics en gas voor de productie van kunstmest nu bijvoorbeeld nog helemaal onbelast.

Vrijstellingen energiebelasting

Daarnaast wordt ongeveer 55 procent van het gebruik van fossiele energie nu niet belast. Vanwege hun internationale concurrentiepositie hoeven chemiebedrijven, staalbedrijven en de kunstmestindustrie geen energiebelasting te betalen, terwijl ze juist heel veel energie verbruiken of fossiele brandstof in hun producten gebruiken. Volgens het Planbureau veroorzaken ze daarmee jaarlijks een milieuschade van 7 miljard euro, waar ze nauwelijks voor betalen. Eindgebruikers betalen echter wel extra belasting voor producten waarvoor milieuschade is veroorzaakt.

Het regeerakkoord  van Rutte III biedt aanknopingspunten om de belastingwetgeving naar de industrie te verschuiven, maar dat zou nog veel radicaler moeten, zegt PBL-onderzoeker Herman Vollebergh tegen het NOS. Bedrijven zouden dezelfde producten moeten maken met minder hulp van fossiele energie. Binnen de chemische industrie wordt momenteel gekeken naar verschillende manieren om dat doel te bereiken. Naast overschakeling op hernieuwbare energiebronnen, wordt daarbij onder meer gekeken naar ketenschakeling en het gebruik van organische basismaterialen.

* Berekeningen op basis van de Emissieregistratie komen uit op een totale directe milieuschade door de productie in Nederland van ongeveer 28 miljard euro, ruim een kwart lager dan de met Exiobase berekende schade van 38 miljard euro

Bronnen:

Lees ook:

Foto: Tata Steel Hoogovens (foto FluxEnergie/© Paul Tolenaar)

Auteur: Klaartje Jaspers

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.