PBL: ‘Klimaatakkoord vergt ingrijpend beleid in Nederland’

18 juli 2016Zonder krachtig beleid kan Nederland niet voldoen aan de afspraken in het klimaatakkoord. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving in het vandaag verschenen rapport ‘Opties voor Energie- en klimaatbeleid’.

Wat kan Nederland doen om in 2050 80 minder CO2 uit te stoten dan in 1990 en daarmee voldoen aan de afspraken in het klimaatakkoord? Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verkende de beleidsopties en publiceerde vandaag het rapport.

Schermafbeelding 2016-07-18 om 3.00.47 PMUit het persbericht van het Planbureau voor de Leefomgeving
‘(…) De afspraken in het klimaatakkoord van Parijs vragen een vérgaande vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, ook in Nederland. Dat kan met energiezuinige processen, meer hernieuwbare energie en minder aardgas, emissievrij vervoer, groene brandstoffen, en afvang en opslag van CO2. Dit zijn veelal nieuwe technieken, waarbij ook nieuwe infrastructuur, aangepaste regels, andere organisaties en soms zelfs andere gewoonten nodig zijn. Zonder krachtig beleid gaat dat niet lukken. Dit blijkt uit de analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het 18 juli 2016 verschenen rapport ‘Opties voor Energie- en klimaatbeleid’.

Het PBL heeft tal van beleidsopties aangedragen die al op korte termijn kunnen bijdragen aan een voortvarend overgangsproces naar een CO2-arm Nederland. Politieke partijen kunnen hieruit putten bij de voorbereidingen van hun verkiezingsprogramma’s.

Ingrijpende veranderingen
Het is aan de politieke partijen hun ambities te bepalen. Het Parijs-akkoord betekent voor Nederland een beperking van de uitstoot van broeikasgassen met 80 procent of meer in 2050. Uitvoering daarvan vraagt om zodanig ingrijpende veranderingen, dat de voorbereiding en invoering daarvan zo snel mogelijk moeten worden opgepakt wil dit doel nog haalbaar zijn. Alleen het plukken van het laaghangende fruit – makkelijk te realiseren relatief goedkope maatregelen, zoals efficiencyverbetering – is niet voldoende om dat doel te bereiken. Investeringen in de komende 10 jaar bepalen al voor een groot deel hoe de Nederlandse energievoorziening eruit ziet in 2050. Het is daarom van belang dat er voldoende wordt geïnvesteerd in innovatieve technieken die op de korte termijn nog relatief duur zijn maar op de lange termijn onmisbaar om het doel te kunnen halen. Juist vanwege het ingrijpende karakter is deze vernieuwing vooral kansrijk als de politiek de noodzaak hiervan nadrukkelijk ondersteunt.

Gasvrije wijken, emissievrije auto’s, CO2-opslag
Voor het halen van het doel is er in elke sector vernieuwing nodig – en die ziet er in elke sector weer anders uit. Voor de gebouwde omgeving betekent het veel meer gasvrije wijken met warmtenetten of vérgaande isolatie met verwarming op elektriciteit. In het personenverkeer is er de optie om nul-emissie voertuigen (zoals elektrische auto’s) tot de toekomstige standaard te maken. Bedrijven moeten dan de mogelijkheden voor innovatieve procesvernieuwing meer in praktijk gaan brengen. Voor zover dat onvoldoende emissiebeperking oplevert zal CO2 moeten worden afgevangen, hetgeen pas kan als de organisatie van en infrastructuur voor het transport en de opslag van CO2 zijn geregeld. Het is ook belangrijk dat de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening wordt doorgezet en het fluctuerende aanbod van zon en wind in het systeem wordt ingepast. Voor zover er in de toekomst nog steeds gas en vloeibare brandstoffen nodig zijn, is de verdere ontwikkeling van processen voor de productie van groene varianten hiervan gewenst.

Inzet op alle fronten nodig om doel te halen
De genoemde veranderingen zijn stuk voor stuk bepaald geen eenvoudige opgaven. En dat geldt zeker ook voor eventuele klimaatrelevante gedragsveranderingen, zoals andere mobiliteit en minder dierlijke producten in ons voedsel. Als partijen invulling willen geven aan de opgave om te komen tot een reductie van de broeikasgasemissies met 80-95% in 2050, dan kan dat alleen als zij inzetten op een groot aantal maatregelen tegelijkertijd. Met andere woorden: het is dan niet of-of, maar en-en.
Al deze vernieuwingen komen niet vanzelf tot stand. Ze vragen ondersteunend beleid en dat kan in verschillende vormen zoals facilitering, regelgeving op vele gebieden, publiek-private samenwerking, subsidies of andere financiële prikkels. Het PBL heeft dat uitgewerkt in de vorm van vele specifieke opties voor energie- en klimaatbeleid die kunnen worden ingezet als Nederland de komende jaren serieus werk wil maken van het akkoord van Parijs. (…)’

Bronnen
PBL, persbericht, 18 juli 2016: Klimaatakkoord Parijs vergt ingrijpend beleid in Nederland
PBL, 18 juli 2016: Opties voor energie- en klimaatbeleid
PBL, rapport, juli 2016: Opties voor energie- en klimaatbeleid (pdf)

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.