Statenleden geloven niet dat doelen windenergie gehaald worden

3 maart 2015 – Provinciebestuurders geloven er niet in dat de doelstellingen in het Energieakkoord voor windenergie op land worden gehaald. Dat blijkt uit een enquête van de Volkskrant onder 179 Statenleden. 

In 2020 moet er drie maal zoveel windenergie op land worden opgewekt als in 2013 om de doelen voor duurzame energie en CO2-uitstoot te halen. Provincies en Rijk moeten locaties aanwijzen voor de nieuwe windmolens.

Slechts dertig Statenleden denken dat het doel 100 procent gehaald wordt. In Noord-Brabant is de stemming het negatiefst; gemiddeld denken de bestuurders dat de kans om genoeg turbines te bouwen 47 procent is. Ook in Gelderland en Limburg zijn de Statenleden relatief negatief. In Flevoland is de stemming, met 97 procent slagingskans, het meest positief. Terwijl deze provincie ook de hoogste doelstelling heeft.

In het bericht in de Volkskrant worden redenen genoemd die het halen van de doelen moeilijk maken
‘(…) Belangrijkste redenen hiervoor zijn verzet van burgers; onvoldoende draagvlak; de noodzaak van subsidies en ‘grote verdienste van enkele ondernemers’; onvoldoende geschikte locaties, maar ook ‘lobby van gevestigde energiebelangen’, aldus de reacties. (…)’

Bewaker van het Energieakkoord Ed Nijpels voorziet dat provincies de bezwaarprocedures zullen winnen. In de Volkskrant zegt hij: ‘Ik ga ervan uit dat de provinciale bestuurders waarmaken wat ze hebben beloofd.’

Bronnen
de Volkskrant, 3 maart 2015: Windmolens gaan het niet redden
de Volkskrant, 3 maart 2015: Provincies zien wind niet zitten (betaald, via Blendle, € 0,25)