Raad van State: provincie mag vergunning windmolens weigeren
De provincie Noord-Holland hoeft geen vergunning te verstrekken voor 23 nieuwe windturbines in het havengebied van Amsterdam. Dat oordeelde De Raad van State in vijf uitspraken op 30 augustus. Het Havenbedrijf, NDSM energie en de gemeente Amsterdam hebben hun beroep tegen de eerdere afwijzing van hun aanvragen hiermee verloren.
Volgens het Havenbedrijf, NDSM energie en het gemeentebestuur is de komst van de windturbines in het havengebied geen zaak van de provincie, maar van de gemeente. Ook zouden de voorwaarden die de provincie in de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan nieuwe windturbines stelt in strijd zijn met landelijke regels voor nieuwe windturbines en internationale regels, omdat ze veel strenger zijn.
Provinciaal belang
Het stellen van hogere eisen is legitiem, oordeelt de Raad van State. Omdat de windturbines ‘door hun afmetingen en zichtbaarheid over grote afstand een impact op de ruimte in het landelijk gebied hebben‘ kan hun komst ook als provinciale belang aanmerkt kan worden.
Het provinciebestuur weigerde de vergunningen in november 2016 te verlenen, omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden voor nieuwe windturbines in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2016. Daarin is uitbreiding van windturbines in een zogenoemd herstructureringsgebied als het havengebied van Amsterdam alleen onder strikte voorwaarden mogelijk. De provincie voert een restrictief beleid omdat het denkt dat de toename van het aantal nieuwe windturbines het maatschappelijk draagvlak voor windenergie op land ondermijnt.
Bronnen:
- Raad van State, 30 augustus 2017, ‘Provincie mocht vergunningen voor windturbines in Amsterdams havengebied weigeren’
Lees ook:
- FluxEnergie, 10 augustus 2017, ‘Leer van Groningen: acceptatie energielandschappen vergt nieuw denken‘
Foto: Provincie Zuid-Holland
