‘Staat moet wél in hoger beroep gaan’

28 augustus 2015 – Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht aan de universiteit van Leiden schrijft op de opiniepagina van de Volkskrant dat de staat in de Urgenda-klimaataak wél in hoger beroep moet gaan vanwege ‘de plaats van de rechter ten opzichte van de wetgever’.

Voermans heeft wel vijf redenen waarom de staat in beroep moet gaan. We geven hier de belangrijkste.

VoermansUit de opiniebijdrage van Wim Voermans
‘(…) Het is geen goed idee om belangrijke pijlers van ons rechtsbestel, zoals de plaats van de rechter ten opzichte van de wetgever, te offeren aan het bereiken van klimaatdoelstellingen op korte termijn. (…) In een vergelijkbare zaak in 2003 (Waterpakt) was de Hoge Raad heel beslist: de rechter is gezien zijn positie in het staatsbestel niet bevoegd bevel te geven aan – in dat geval – de wetgever. Toch is dat wat de rechtbank Den Haag in de Urgenda-zaak doet. De uitweg die de Haagse rechter in de uitspraak zoekt door erop te wijzen dat hij niet zegt hoe die reductie moet plaatsvinden, en zich dus niet mengt in de politieke afweging, overtuigt niet. De kans dat het bevel standhoudt in hoger beroep is daarmee klein. De uitspraak van de Haagse rechtbank gaat juridisch erg ver, te ver. (…) Een groot gedeelte van de argumentatie van de Haagse rechtsbank bestaat uit een weging van feiten. Over welke klimaatdoelstellingen hebben we het, welke maatregelen worden getroffen, hoever zijn we daarmee gekomen, wat gebeurt er als de overheid doorgaat met het huidige beleid? Dat soort vragen. De weging die de rechtbank aan deze feiten geeft, is wezenlijk voor het afleiden van de verplichtingen van de overheid, het oordeel dat er sprake is van onrechtmatig niet nakomen en het opleggen van een bevel. En ook daarin gaat het 57 pagina’s tellende vonnis van de rechtbank te ver. Een oordeel over de weging van die feiten kan de Hoge Raad niet meer geven. Die kan alleen maar kijken of het recht goed is toegepast. Afzien van hoger beroep is alleen al uit dat oogpunt onverstandig. (…) De zaak die Urgenda voorstaat, is een goede, wat mij betreft, maar daar gaat deze kwestie niet (alleen) om. De reuring die het vonnis van de Haagse rechtbank teweegbrengt is haar zeer gegund. Klimaatopwarming en de noodzaak van reductie van emissie van broeikasgassen staan steviger en hoger op de agenda dan ooit. Maar om belangrijke pijlers van ons rechtsbestel (de plaats van de rechter, de aanspraken uit klimaatafspraken tussen staten voor burgers) te offeren aan het bereiken van klimaatdoelstellingen op korte termijn lijkt me geen goed idee. De principes die aan de orde zijn in deze zaak verdienen een extra ronde, juist in hoger beroep. (…)’

Prof. dr. W.J.M. (Wim) Voermans is voorzitter afdeling Staats- en Bestuursrecht van de Universiteit Leiden

Bronnen
De Volkskrant, 28 augustus 2015: Staat moet wél in hoger beroep gaan (via Blendle)
Foto: Universiteit Leiden

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.