Elektrische bus van GVB

‘TCO van elektrische bussen bijna gelijk aan dieselbussen’

De kosten voor elektrische bussen zijn over de volledige levensduur vrijwel gelijk aan die van dieselbussen. Dat blijkt uit Total cost of Ownership-berekeningen van de Vervoerregio Amsterdam. De vervoerder zegt nu de kennis te hebben over de optimale rolverdeling in een energietransitie en de bijkomende kosten. Daarom kunnen nu ook structurele afspraken gemaakt worden over de kostenverdeling. 

Het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam heeft ingestemd met een kostenverdeling, waarbij de vervoerder 83 procent van de kosten op zich moet nemen. Dat bedrag is nodig voor de aanschaf van de voertuigen. De Vervoerregio zelf wil voor 12 procent van de kosten opdraaien, waarmee de stroomnetaansluiting en de laadinfrastructuur gerealiseerd kan worden. De laatste 5 procent is voor de gemeente, omdat die verantwoordelijk wordt voor de aanleg en de inpassing van die infrastructuur in de openbare ruimte.

Investeringskosten

In de afgelopen jaren zijn er door de Vervoerregio al enkele pilotprojecten met elektrische bussen gefinancierd.  Dit heeft veel kennis opgeleverd en daardoor denkt de Vervoerregio dat het nu mogelijk is om structurele afspraken te maken over de omslag van diesel naar elektrisch. Weliswaar zijn de investeringskosten hoger bij een volledig Zero emissie-systeem, maar er treedt tegelijkertijd een exploitatievoordeel op zodra de bussen gaan rijden.

Dit voordeel schat de opdrachtgever op 16.300 euro per bus gedurende vijftien jaar. Zelfs bij de inzet van extra chauffeurs en bussen kan op de operationele kosten bespaard worden. Tegelijkertijd gaat de Vervoerregio ervan uit dat een dieselvloot na tien tot twaalf jaar vervangen moet worden en een zero emissie-vloot pas na vijftien jaar. Als dit allemaal bij elkaar wordt opgeteld, zijn de hogere investeringskosten na vijftien jaar bijna terugverdiend.

Tekst loopt door onder grafiek

Kosten elektrisch busvervoer

Bekostiging voertuigen

De Vervoerregio heeft er bewust voor gekozen om de kosten op deze manier te verdelen. Door de kosten voor de voertuigen volledig bij de vervoerder te leggen, wordt die laatste gestimuleerd om de voertuigkosten zo laag mogelijk te houden. Wel benadrukt de opdrachtgever dat een vervoerder tijdens een aanbesteding weliswaar op lage voertuigkosten moet sturen, maar zonder in te boeten op kwaliteit.

Aan de andere kant is dit een motivatie om zo efficiënt mogelijk te opereren. Op die wijze kan een vervoerder namelijk een zo groot mogelijk exploitatievoordeel behalen. Doordat deze vervoerder ook het exploitatievoordeel heeft, verwacht de Vervoerregio dat ongeveer 50 procent van de kosten voor de voertuigen gecompenseerd kan worden. Op die manier betaalt de vervoerder per saldo dus 33 procent van de kosten. Daarbij geldt wel dat de aanschaf van bussen door GVB al deels vergoed wordt door het convenant Strategische Activa. Andere vervoerders kunnen een beroep doen op de Bussenlening.

Tekst loopt door onder grafiek

Infrastructuur

De kosten voor de infrastructuur legt de Vervoerregio bij zichzelf, omdat dit onderdeel uitmaakt van het hele vervoersysteem. Daarnaast worden ook de gemeenten hierbij betrokken. Door hen vijf procent te laten bijdragen aan de transitie naar een duurzamer OV-systeem, worden zij gestimuleerd om de inpassing van de infrastructuur zo snel en efficiënt mogelijk te realiseren. Daarnaast krijgen ze hierdoor nog een extra prikkel om proactief te handelen bij het vergunningentraject. De kosten voor het verduurzamen van de concessie zullen verhoudingsgewijs verdeeld worden naar alle relevante concessiegemeenten.

Enkele jaren geleden ondertekenden het Rijk, de opdrachtgevers in het OV en vervoerders een landelijk bestuursakkoord om het openbaar vervoer verder te verduurzamen. Ze hebben daarmee allemaal beloofd dat er vanaf 2025 alleen nog maar zero emissie-bussen zullen worden gekocht en vijf jaar later moeten er geen vervuilende bussen meer door Nederland rijden.

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.