De uitstoot door goederenvervoer in de steden kan tot 70% omlaag

23 mei 2017De CO2- (en andere) uitstoot van het goederenvervoer in de steden kan fors omlaag, in bepaalde gevallen tot wel 70%. Dat concludeert UT-onderzoeker Wouter van Heeswijk in zijn proefschrift. Maar dan is, volgens hem, wel overheidsingrijpen nodig.

Uit een bericht van de Universiteit Twente
‘(…) UT-onderzoeker Wouter van Heeswijk heeft een wiskundig model ontwikkeld waarmee he de optimale omstandigheden kunt bepalen voor duurzame stadsdistributie.
Met zijn model kan de logistieke druk op steden verminderen en wordt transport duurzamer. In bepaalde gevallen kan de uitstoot in steden met 70% omlaag. Van Heeswijk promoveerde 19 mei op zijn onderzoek aan de vakgroep Industrial Engineering and Business Information Systems aan de Universiteit Twente.
Door de groeiende verstedelijking, versnippering van goederenstromen en krappere levertijden moeten steden over de hele wereld veel meer goederenvervoer verwerken. Inefficiënt stedelijk vervoer veroorzaakt onder andere schadelijke emissies, files en geluidshinder.

Wiskundig model
Wouter van Heeswijk ontwierp een wiskundig model dat de optimale mix van factoren kan bepalen voor duurzame stadsdistributie. Het model houdt rekening met factoren als subsidies, regelgeving en vervoerschema’s. Verder worden initiatieven zoals informatie-uitwisseling en samenwerking tussen transportbedrijven meegenomen.

Pleidooi voor beter gebruik ‘consolidatiecentra’
Van Heeswijk pleit voor optimaal gebruik van consolidatiecentra. Bijna iedere stad heeft zo’n consolidatiecentrum waar vrachtwagens hun lading kunnen afgeven. Van Heeswijk: “Vaak rijden grote vrachtwagens met een kleine lading een stad in. Kijk maar eens met Google Street View in een grote stad rond.” Het consolidatiecentrum verspreidt de verzamelde vracht zo efficiënt mogelijk door de stad. Van Heeswijk: “In de praktijk werken die consolidatiecentra nog niet goed. Daarvoor is overheidsingrijpen nodig.” Van Heeswijk berekende dat met de juiste overheidsstimulatie de emissie door inefficiënte goederenstromen in steden tot 70% verlaagd kan worden. Hij pleit voor een mix van subsidies voor het gebruik van het consolidatiecentrum en financiële prikkels om vrachtwagens niet met weinig vracht de stad in te laten. Van Heeswijk: “Het is belangrijk dat er een landelijk of Europees beleid komt, zodat steden op één lijn komen. Als je het aan de markt overlaat dan werkt een consolidatiecentrum niet. Maar als je het enerzijds bedrijven financieel onaantrekkelijker maakt om steden in te rijden en aan de andere kant subsidies verstrekt om consolidatiecentra te gebruiken dan bereik je je doel. Zo kun je de uitstoot van stedelijk vrachtverkeer in bepaalde gevallen met 70% terugbrengen.”

Standaardbeleid kan contraproductief zijn
Standaardbeleid van gemeenten kan onbedoeld contraproductief werken. Dr. ir. Martijn Mes, co-promotor van Van Heeswijk: “De gemeente bepaalt bijvoorbeeld dat vrachtwagens alleen nog in de vroege ochtend, nog voor de ochtendspits, de stad in mogen. Dat klinkt logisch. Maar als meerdere steden dat bepalen, dan zal een vervoerder die normaal gesproken de leveringen aan deze steden combineert nu extra vrachtwagens moeten inzetten. Het gevolg kan zijn dat totale transportafstanden toenemen. Dat wil je niet. Dankzij het model van Van Heeswijk kunnen we de optimale mix van stimuleringsmaatregelen en bedrijfsinitiatieven bepalen die wel het gewenste gevolg hebben.” (…)’

Uit de samenvatting van het proefschrift
‘(…) We vatten de belangrijkste managementinzichten verkregen met ons onderzoek samen:

  • Door flexibiliteit in routeringsbeslissingen te behouden – zowel in verzendtijden als in de structuur van routes bestaande uit meerdere segmenten – kan de efficiëntie van transport van deelladingen over netwerken met overslagmogelijkheden significant verbeterd worden.
  • Met behulp van verklarende variabelen voor verwachte toekomstige kosten, gebaseerd op (i) beschikbare voertuigcapaciteit, (ii) volumes voor de laatst mogelijke verzendtijd en (iii) het aantal locaties dat bezocht kan worden, kan de efficiëntie van verzendbeslissingen door het stadsdistributiecentrum significant verbeteren.
  • De analyse van oplossingsconcepten in stadsdistributie moet de goederenstromen en de betrokken belanghebbenden als een geheel beschouwen in plaats van de stad als een geïsoleerd systeem te beschouwen dat niet beïnvloed wordt door stroomopwaarts genomen logistieke beslissingen.
  • Wanneer we interventies in stadsdistributie evalueren, moet rekening gehouden worden met alle betrokkenen om oplossingen aan te dragen die significante verbeteringen in de leefomgeving bewerkstelligen en daarnaast financiële drijfveren aanreiken aan de betrokkenen die hun gedrag dienen aan te passen. (…)

Een grote uitdaging is de allocatie van opbrengsten en kosten; hiervoor zien we de toepassing van speltheorie als een geschikte oplossingsmethode. Andere uitdagingen zijn het adresseren van tekortkomingen in middelen en kennis, het overbruggen van concurrentietegenstellingen tussen besluitvormers en het verbeteren van de ondersteunende rollen van zowel de overheid als de transportsector in het opzetten van nieuwe initiatieven. (…)’

Bronnen
UT, 22 mei 2017: Uitstoot in steden kan tot 70% omlaag
Proefschrift W.J.A. van Heeswijk: Consolidastion and coordination in urban freight transport (pdf, 366 pag.)

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.