Urgenda is niet alleen maar teleurgesteld over kabinetsbesluit

25 september 2015 – Urgenda is wél en níet teleurgesteld over het besluit van het kabinet om toch in beroep te gaan in de Klimaatzaak.

Wel teleurgesteld, omdat het kabinet rond het klimaat geen enkele urgentie uitstraalt. Niet teleurgesteld omdat het kabinet toch met extra maatregelen aan de slag zal moeten.

Schermafdruk 2015-09-24 21.22.25Teleurstelling
De teleurstelling slaat op het feit dat het kabinet zich niets aantrekt van alle druk. Urgenda:  ‘Ondanks tienduizenden verzoeken van topwetenschappers, burgers, bedrijven en de bijna 900 mede-eisers om niet in beroep te gaan, gaat de Nederlandse Staat toch bij het Hof in hoger beroep tegen het vonnis in Urgenda’s Klimaatzaak. Dat betekent dat de Staat alles in deze zaak weer ter discussie kan gaan stellen en het reductiebevel van de rechter om 25% CO2 te reduceren in 2020 (ten opzichte van 1990) aanvecht. Dit terwijl die 25% volstrekt onvoldoende is.’
Urgenda-directeur Marjan Minnesma: ‘Het is glashelder. Door voor jarenlang voortslepende procedures te kiezen laat het kabinet zien dat het klimaatverandering komende jaren niet urgent vindt. Burgers en bedrijven zijn al aan de slag maar het kabinet trapt op de rem.’

Geen teleurstelling
Dat Urgenda tegelijkertijd niet teleurgesteld is, komt door nuchter na te denken over de komende procedures. Je bent zo jaren verder, want na de procedure bij het Hof zal de verliezer zeker alsnog in cassatie gaan bij de Hoge Raad’, verwacht Marjan Minnesma. Als de Staat ook daar verliest, zal hij gewoon in 2020 die 25% CO2-reductie moeten behalen. En dat lukt alleen als de Staat nú meteen begint. ‘Linksom of rechtsom zal vanaf nu een serieus steviger klimaatbeleid gevoerd worden. Dat is in ieder geval de winst die al behaald is dankzij de klimaatzaak’, zegt Marjan Minnesma.

Bronnen
Urgenda, persbericht, 24 september 2015: Staat gaat toch in hoger beroep langs de traagste weg
Foto’s: Urgenda (Chantal Bekker)

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.