Urgenda: Staat moet helemaal niet in beroep

12 augustus 2015 – De Staat moet helemaal niet in beroep tegen het klimaatvonnis, stelt Marjan Minnesma van Urgenda. Ze reageert hiermee op jurist Lucas Bergkamp, die stelt dat de Staat het vonnis wel moet aanvechten, o.a. om schadeclaims te voorkomen. 

In de inmiddels wereldwijd bekende rechtzaak, stelde de Haagse rechtbank Urgenda in het gelijk: de Nederlandse Staat moet zorgen voor 25% CO2-reductie in 2020. Op twitter was #ganietinberoep meteen populair. Maar er is ook een ander geluid. Zo stelt Lucas Bergkamp, jurist en emeritus hoogleraar internationaal milieuaansprakelijkheidsrecht in Trouw dat de Staat wel in beroep moet. Om drie redenen:

  • Om te voorkomen dat belastingbetaler op kosten wordt gedreven, omdat bedrijven schade zullen claimen door een verandering in het beleid.
  • Om te voorkomen dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld voor onrechtmatige rechtspraak.

Uit het stuk in Trouw
‘(…) Zo zou een hogere rechter kunnen concluderen dat de rechtbank Den Haag roekeloos op het terrein van de wetgevende en uitvoerende macht is getreden en daarmee het fundamentele beginsel van machtenscheiding heeft geschonden. Of: dat de Haagse rechter heeft nagelaten zelfstandig de feiten te onderzoeken en uitsluitend is afgegaan op de overeenstemming daarover tussen de partijen, terwijl diens uitspraak enorme gevolgen heeft voor derden, namelijk alle Nederlandse burgers en bedrijven. (…)’

  • En tenslotte omdat hoogste rechter moet gaan over zaken van zulk groot maatschappelijk belang.

De reactie van Minnesma, in Trouw en op de website van Urgenda
‘De Haagse rechtbank heeft in de Urgenda-zaak beslist dat de regering de Nederlandse CO2-uitstoot moet verminderen met minstens 25% in 2020 vanwege de grote risico’s en gevaren van klimaatverandering. De heer Bergkamp, advocaat in Brussel en strategisch adviseur van vele grote (fossiele energie) bedrijven, heeft nu in Trouw van 6 augustus de aanval geopend op het Haagse vonnis.

Elders schreef hij al dat de rechter zijn mond moet houden over het klimaatbeleid omdat uitsluitend de politiek daarover mag beslissen. In de Trouw schrijft hij nu dat ook de politiek het klimaatbeleid niet mag aanscherpen. Ook niet op bevel van de rechter. Want dan handelt de Staat volgens hem in strijd met de gerechtvaardigde verwachtingen van de industrie. Die zouden de Staat dan wel eens aansprakelijk kunnen stellen met schadeclaims.

Deze argumenten zijn nieuw voor me. In de rechtszaak zijn ze door de advocaten van de Staat niet aangevoerd. Dat heeft een goede reden: als advocaat van de Staat kun je niet met onzin-argumenten aankomen. Bergkamps opiniestuk is een aaneenschakeling van onwaarheden en onjuistheden. Ik zal er hier een paar ontkrachten.

De Hoge Raad heeft al in 1932 beslist dat burgers en bedrijven niet kunnen klagen over overheidsbeleid dat afwijkt van het beleid dat die burgers en bedrijven hadden verwacht. Dus ook geen schadeclaims. Terecht: anders zou de overheid nooit meer van beleid mogen veranderen, ook niet als volgens nieuwe inzichten het oude beleid desastreus is en tot grote gevaren en schade zal leiden.

En trouwens: wat mocht de industrie dan verwachten? Al in 1992 hebben 195 landen afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen verminderd moest worden om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Rond 2008 spraken die landen af, op basis van wetenschappelijke inzichten, dat landen zoals Nederland uiterlijk in 2020 hun uitstoot met 25-40% moeten hebben verminderd. Dit is nog steeds het officiële standpunt van de Nederlandse regering, bevestigd in een brief aan Urgenda. In 2010 besloot de regering Balkenende tot een Nederlandse vermindering met 30%. Duitsland en Denemarken gaan hun uitstoot met 40% verminderen, Engeland met 35%. De Staat heeft in de rechtszaak erkend dat een vermindering met 30% nog steeds haalbaar en goed betaalbaar is. Hoezo mag de industrie gerechtvaardigde verwachtingen hebben dat de Nederlandse regering veel minder dan 25% zal minderen? Ik denk dat Bergkamp niet ver komt in hoger beroep.

Bergkamp verwijt de rechtbank ook nog dat zij uitsluitend is afgegaan op wat partijen hadden aangevoerd. De rechtbank had volgens hem zelfstandig feitenonderzoek moeten doen. Een wonderlijke gedachte: de wet verbiedt nu juist uitdrukkelijk dat de burgerlijke rechter dat doet. Wie het vonnis leest, zal overigens merken dat Urgenda en de Staat zeer veel relevante feiten hebben aangevoerd. De rechtbank heeft die feiten vervolgens indringend beoordeeld op een manier die inmiddels nationaal en internationaal bewondering heeft afgedwongen. Ik sluit mij daar graag bij aan.

Tot slot probeert Bergkamp de belastingbetaler bang te maken dat die zal moeten opdraaien voor de kosten van het vonnis, waarmee hij die kansloze schadeclaims van de industrie bedoelt. Maar hij zwijgt over de veel grotere, volgens de meeste economen zelfs ontwrichtende, economische schade van een gevaarlijke klimaatverandering die ontstaat als wij de CO2-uitstoot niet sterk gaan verminderen. Dat gaat de belastingbetaler veel meer kosten. Of gaat de industrie die zoveel verdient aan de CO2-uitstootveroorzakende fossiele brandstoffen die schade betalen?

De Staat heeft de ernst van het probleem en de noodzaak maatregelen te nemen niet betwist. 25% CO2- reductie in 2020 is de ondergrens. Laten we ons daarop concentreren, nu het nog kan en dan enorm versnellen!’

Ook in Trouw valt Willem Wiskerke, campagnevoerder bij Greenpeace, Minnesma bij. Er is niets mis met het vonnis van de rechter, stelt hij. Bovendien hoeven maatregelen om CO2-uitstoot te verminderen bedrijven en burgers helemaal niet veel geld te kosten.

Uit het opinistuk van Wiskerke in Trouw
‘(…) Een maatregel om dit doel te behalen is bijvoorbeeld verplichte isolatie van woningen en kantoren tegen een nul-lening, iets wat veel werkgelegenheid gaat opleveren in de bouw. Een andere maatregel, het verminderen van stroom uit kolencentrales door het stellen van een CO2-emissienorm aan energiecentrales kost ook geen belastinggeld en zorgt niet voor hogere stroomprijzen. Deze prijs wordt namelijk bepaald door vraag en aanbod, en er is grote overcapaciteit op de stroommarkt. Zo’n emissienorm zorgt er wel voor dat veel efficiëntere warmtekrachtinstallaties weer stroom kunnen leveren en winst maken. Die centrales staan nu massaal stil omdat ze niet kunnen concurreren met kolencentrales. Dat kolencentrales door zo’n norm dan weer inkomsten mislopen, valt onder het investeringsrisico van de eigenaar. (…)’

In de NRC vochten Minnesma en Bergkamp dezelfde discussie uit, met een andere invalshoek. Namelijk die van de rechtbank versus de politiek. Bergkamp stelde op 31 juli in de NRC dat de rechter een politiek besluit heeft genomen. ‘(…) De uitspraak in de Urgenda-zaak is daarom een gevaar voor de rechtsstaat.(…)’ Daarop reageert Minnesma, in dezelfde krant: ‘(…) Het feit dat klimaatverandering (…) ook een onderwerp is waarover men het politiek niet altijd met elkaar eens is, laat onverlet dat de rechter dit rechtsgeschil kan beslechten. (…)’

Bronnen
Trouw, 6 augustus 2015: Staat moet in beroep tegen Urgenda-vonnis
Urgenda, 11 augustus 2015: Reactie op Bergkamp
Trouw, 11 augustus 2015: Niets mis met het vonnis in de Urgenda-zaak (via Blendle)
NRC, 31 juli 2015: Urgenda is gevaar voor rechtsstaat
NRC, 11 augustus 2015: Urgenda een gevaar? Nee, en de feiten liegen echt niet (via Blendle)

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.