foto: Azteq

Vlaanderen investeert in zonnespiegels

De Vlaamse regering kent 819.000 euro investeringssteun aan een project met zonnespiegels, een warmtetechnologie die nooit eerder in België toegepast. Het bedrijf Azteq zal drie proefinstallaties opstellen, in Oostende, Genk en in de haven van Antwerpen.

Azteq zal proefopstellingen plaatsen met telkens hetzelfde vermogen, maar met telkens een andere toepassing. Het bedrijf wil op die manier expertise opbouwen en data verzamelen rond de warmte-opbrengst, de mogelijke toepassingsgebieden en de integratie van bestaande systemen en de inplanting in de omgeving. In totaal zullen deze drie installaties jaarlijks 1.260 à 1.390 MWh groene warmte produceren.

Door het zonlicht via parabolische spiegels te concentreren, komt warmte vrij met temperaturen die veel hoger liggen dan bijvoorbeeld bij een zonneboiler. Dergelijke warmte komt van pas bij industriële processen. In Oostende, de thuisstad van Vlaams energieminister Bart Tommelein (VLD), plaatst Azteq de proefinstallatie terecht op een oud industrieterrein. De gebruiker van deze warmte (260°) is chemiebedrijf Proviron.

In Kallo, in de haven van Antwerpen is Adpo de afnemer. Dit bedrijf, dat eerder al het eerste lng-tankstation van België optrok, zal de warmte (140°) gebruiken voor de voor de opslag van verwarmde vloeistoffen. De parabolische spiegels krijgen er een plaats boven de parking en de spoorweg en onder een hoogspanningslijn.

De derde installatie komt terecht op de terreinen van het wetenschapspark Thor, op een vroegere steenkoolsite in Genk. Afnemers zijn het lokale proeflaboratorium voor ORC-turbines en het lokale warmtenet voor de verwarming van gebouwen. Samen vergen deze installaties een investering van 1,425 miljoen euro. Dit betekent dat Vlaanderen meer dan de helft van het risico op zich neemt. De bouwwerken moeten nog dit jaar van start gaan om einde 2019 operationeel te zijn.

Kritiek

Energiespecialisten stellen vragen bij de Vlaamse keuze. Zonneparabolen werken, in tegenstelling tot zonnepanelen, alleen wanneer de zonnestraling er rechtstreeks op invallen. Ze draaien wel mee met de zon, maar zijn eigenlijk veel geschikter voor zuidelijker gelegen, droge en erg zonnige omgevingen. Koen Vermout, zaakvoerder van Azteq, vindt de kritiek onterecht. Hij bevestigt wel dat zonneparabolen totnogtoe vooral werden gebruikt op plaatsen met veel zonne-uren zijn. Maar daar dienden ze in de eerste plaats om stroom op te wekken, niet zozeer voor de productie van warmte. In Denemarken, noordelijker dan België, worden de parabolen al ingezet voor de verwarming van huizen. Een groot voordeel van het systeem is dat de warmte kan worden opgeslagen om de nachtelijke behoefte mee te dekken. Dat is goedkoper dan het opslaan van opgewekte zonne-elektriciteit, wegens de huidige hoge kostprijs van de batterijen.”

De Vlaamse investeringssteun beoogt niet alleen de energie-transitie in eigen land. Hij moet er ook toe bijdragen dat in eigen land technologische kennis en praktische bedrijfservaring worden opgebouwd met dit systeem.

Auteur: Koen Mortelmans

Koen Mortelmans is freelance redacteur voor FluxEnergie en Nieuwsblad Transport.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.