Winddagen: veel hogere windmolens op komst

Winddagen: veel hogere windmolens op komst

16 juni 2016Minder, maar veel hogere windmolens: dat lijkt de belangrijkste nieuwe ontwikkeling in de windenergie te worden. Zo bleek gisteren op de eerste dagen van de Winddagen in Rotterdam. ‘Op land tot 300 meter tiphoogte, op zee tot 350 meter.’

De uitvinding van Lagerwey (de zelf klimmende kraan als turbinebouwer) past daar goed in.

Uit een bericht van het AD
‘(…)  Het zijn dit soort innovaties waar minister Henk Kamp van Economische Zaken ontzettend blij van wordt. Hij heeft 12 miljard euro subsidie klaarliggen om de plannen met windenergie op zee te kunnen uitvoeren. Of dat bedrag ook helemaal uitgegeven wordt, is nog niet bekend. Als de sector sneller innoveert dan aanvankelijk ingeschat, blijft er geld over.
Hogere molens met meer rendement zijn dus in principe goed nieuws voor de staatskas. ,,Als branche willen we ook dat de subsidie minder wordt”, zegt Arthur Vermeulen van Raedthuys Energie. ,,Uiteindelijk is het ideaal dat er helemaal geen subsidie meer nodig is. Dat dwingt ons om de kosten zo laag mogelijk te krijgen, en daarvoor moeten we de laatste stand van de techniek toepassen.”
Hij begrijpt ook dat het visuele aspect een rol speelt. Het belangrijkste verschil met kleinere exemplaren, volgens hem: ,,Grotere molens lijken dichterbij te staan. Maar het voordeel is weer dat je er minder van nodig hebt om dezelfde productie te halen.”

Minder, maar groter
In de Drentse Veenkoloniën, waar veel protest is tegen de komst van een windmolenpark, adviseerde een milieucommissie vorige week bijvoorbeeld om in plaats van vijftig relatief kleine molens, een kleiner aantal grotere molens neer te zetten. De betrokken gemeenten waren blij met het voorstel. (…)’

Hoger, groter en stiller
Uit een bericht van De Stentor
‘(…) Branchevereniging NWEA doet er niet geheimzinnig over: “Windmolens worden groter, hoger en nóg stiller.” De reden is eenvoudig: het levert meer op. “Op dezelfde locatie leveren twee keer langere rotorbladen vier keer meer productie op”, schrijft de NWEA in zijn visie op 2030, die gisteren verscheen. Hogere masten zouden zelfs voor acht keer meer productie zorgen, omdat de wind op grotere hoogte harder waait. Hoe groot de molens in de toekomst exact gaan worden, zegt de NWEA niet, maar een woordvoerder geeft aan dat het voorbeeld van de dubbel zo grote wieken reëel is. Peter Eecen, hoofdonderzoek windenergie bij Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), noemt wel getallen. “Op het land zie ik in 2030 een ’tiphoogte’ van 300 meter als bovengrens. Op zee kan het nog hoger, tot 350 meter”, zegt Eecen. (…)’

Hoogtegrenzen stellen?
Uit een bericht van BN De Stem
‘(…) Rob Rietveld, voorzitter van omwonendenvereniging NLVOW, wil hoogtegrenzen in de regels. Het ministerie van Economische Zaken zegt dat hoogte wel een rol speelt bij vergunningverlening. ,,Bij de ruimtelijke afweging wordt goed bekeken of een windpark in het landschap past.”
Rietveld: ,,Nederland loopt zwaar achter met duurzame energie en staat onder druk om daar snel iets aan te doen. Het businessmodel staat daarom voorop, cowboys bepalen nu de ontwikkeling. Terwijl het ruimtelijke ordening is. Hoe wil je dat de open ruimte er uit ziet, en wat heb je daarvoor over?” (…)’

Bronnen
AD, 16 juni 2016: Heel hoge molens vangen veel wind (via Blendle)
De Stentor, 16 juni 2016: Windmolens hoger, groter en stiller (via Blendle)
BN De Stem, 16 juni 2016: Hoge windmolens bouwen zichzelf (via Blendle)
Foto: Nuon

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.