PBL: ‘Verandering Europese emissiehandel weinig effect op werkgelegenheid’

7 november 2016De voorgenomen herziening van het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) heeft weinig effect op de werkgelegenheid. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Mogelijk is er wel een verschuiving van banen van de energie-intensieve industrie naar ‘schonere’ sectoren. 

De Europese Commissie heeft in 2015 een voorstel gedaan voor verandering van het emissiehandelssysteem, om zo de CO2-prijs omhoog en de -uitstoot omlaag te brengen. Een belangrijk onderdeel van de verandering is een snellere afname van het aantal emissierechten in het systeem. Het PBL berekende, in opdracht van staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon Dijksma, welk effect de verandering heeft op de werkgelegenheid in Nederland.

Uit het rapport van het PBL
‘(…) Op basis van deze berekeningen kan worden geconcludeerd dat de macro-economische gevolgen van de voorgestelde aanscherping van het EU ETS voor Nederland en de EU beperkt zullen zijn. Effecten die optreden hangen af van veranderingen in klimaat- en energiebeleid buiten het EU ETS. Wanneer landen buiten de EU geen (extra) klimaatbeleid voeren zal de hogere CO2-prijs leiden tot inkomensverliezen en een lager BBP, maar de effecten zijn kleiner dan 0,05%. Nadelige effecten voor afzonderlijke sectoren treden wel op, vooral in de meest vervuilende energie-intensieve sectoren zoals de elektriciteitssector en de basismetaalindustrie waar de productie met 0,8% respectievelijk 0,5% afneemt. De gevolgen voor de werkgelegenheid bestaan vooral uit een verschuiving van ETS-sectoren naar de dienstensector.
De berekeningen laten ook zien dat aanscherping van de Europese doelen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen zelfs gepaard kan gaan met positieve economische gevolgen wanneer landen elders in de wereld toezeggingen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen die zijn gedaan in de aanloop naar COP21 in Parijs zullen omzetten in concreet beleid. In dat geval kan de Europese industrie, ondanks een aanscherping van het klimaatbeleid, het aandeel in de wereldmarkt vergroten omdat hun concurrentiepositie ver- betert. Het concurrentienadeel dat Europese bedrijven hebben doordat de Europese Unie voorop loopt in klimaatbeleid wordt in deze situatie minder groot, wat resulteert in een beperkte inkomensstijging en toename van het BBP (circa 0,05%). Ook de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verbetert. De productie en de werkgelegenheid in een aantal energie-intensieve sectoren neemt hier sterker toe dan gemiddeld in de EU. (…)’

Bronnen
Kamerbrief van staatssecretaris Dijksma, 4 november 2016: Werkgelegenheidseffecten van herziening ETS richtlijn
PBL, rapport, 4 november 2016: Mogelijke economische gevolgen van herziening Europese Emissiehandelssysteem voor Nederland en de EU

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.