Noordzeelanden moeten beter samenwerken in offshore windenergie

TENNET

7 september 2015 – De Noordzeelanden moeten juridisch beter samenwerken om een grensoverschrijdend energienet op zee mogelijk te maken. Dat concludeert Hannah Müller in een onderzoek waarop ze vandaag promoveert. 

Landen rond de Noordzee kunnen kosten van offshore windenergie omlaag brengen door een grensoverschrijdend elektriciteitsnet op zee te maken, waarbij meer windparken met elkaar verbonden worden en de elektriciteit naar verschillende landen kan worden getransporteerd. Maar dan moet er wel een en ander veranderen in het stimuleringsbeleid en wet- en regelgeving, stelt Hannah Müller. Zo zouden landen verplicht een offshore infrastructuurplan moeten opstellen en moeten die gecombineerd worden tot één regionaal offshore infrastructuurplan.

Müller promoveert vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek maakt onderdeel uit van het NWO-programma Energy Transitions.

Uit een bericht van NWO
‘(…) Müller: ‘Ten eerste moeten de Noordzeelanden de netbeheerders verplichten om offshore infrastructuurplannen op te stellen. Dit is onder andere noodzakelijk om het clusteren van windparken mogelijk te maken. In een tweede stap moeten de betrokken landen hun nationale offshore infrastructuurplannen integreren tot één regionaal offshore infrastructuurplan. Op basis hiervan kunnen de netbeheerders de meest voordelige grensoverschrijdende projecten identificeren. Als deze projecten door de betrokken landen goedgekeurd worden, zou er een alternatief juridisch regime moeten gelden speciaal voor deze projecten. Dat betekent dus dat de bestaande rechtsregels tussen de Noordzeelanden niet geharmoniseerd hoeven worden, wat nog veel meer voeten in de aarde zou hebben.’

Nationale en internationale veranderingen
Volgens Müller zijn er onder meer uitzonderingen op het geldende EU-recht nodig. ‘Bijvoorbeeld over het verdelen van de beschikbare capaciteit van en de voorrang van hernieuwbare energie op het net. Deze uitzonderingen kunnen alleen in samenwerking met de EU worden verleend. Verder moeten de landen ook in eigen land regels aanpassen. De gezamenlijke Noordzee-projecten moeten vanaf het begin worden goedgekeurd door de nationale regelgevende autoriteiten en er moet een adequate kosten-batenverdeling plaatsvinden. Als laatste punt moeten de betrokken landen de nationale subsidieregelingen van toepassing verklaren op grensoverschrijdende windenergieprojecten. Als de EU en de betrokken landen deze juridische aanpassingen plegen, kunnen de eerste grensoverschrijdende windparken tot stand komen. Samen met de windparkclusters vormen zij het begin van een grensoverschrijdend net in de Noordzee.’

Meer informatie
Het promotieonderzoek ‘Een juridisch kader voor een grensoverschrijdend elektriciteitsnet in de Noordzee’ door Hannah Katharina Müller maakt deel uit van het programma ‘De aanleg en exploitatie van een grensoverschrijdend offshore elektriciteitsnet: techniek en regulering’ (RUG en TUD), een onderdeel van het NWO-programma Energy Transitions. Promotor is prof. mr. dr. Martha Roggenkamp. (…)’

Bron
NWO, 2 september 2015: Noordzeelanden moeten juridisch beter samenwerken voor efficiënte windenergie op zee

Foto: TenneT (Stopcontact op zee)

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.