Shell wil uitzondering ‘opruimregels’ Noordzee

5 juli 2016 – Shell verlaat het Brent olie- en gasveld in de Noordzee, maar wil de stalen en betonnen constructies onder water laten staan. De veiligheids- en milieurisico’s van het opruimen wegen niet op tegen de voordelen, stelt Shell.

Bij het verlaten van het Brentveld in 2017, wil Shell de bovenkant van de vier platformen opruimen. Maar de constructies onder water – zo groot als de Empire State Building –  wil het olieconcern laten staan. Daarvoor is een uitzondering nodig van de ‘opruimregels’ die gelden in de Noordzee. Shell zal die uitzondering eind dit jaar aanvragen bij het Britse ministerie van Energie en Klimaatverandering, aldus de Financial Times.

Shell consulteerde voor de ontmanteling van de onderwaterconstructies naar eigen zeggen veel organisaties, waaronder milieugroepen en de visserij. De risico’s voor veiligheid en milieu van het opruimen zouden groter zijn dan de voordelen. Maar ook de kosten zullen een rol spelen. De Financial Times schat dat de oliebedrijven die actief zijn in de Noordzee voor het sluiten van de olie- en gasinstallaties tot 2050 in totaal 30 tot 50 miljard pond nodig zullen hebben.

Shell sluit het Brentveld omdat het na veertig jaar niet meer genoeg olie en gas opbrengt. Drie van de Shell-platforms in het Brentveld zijn al niet meer in gebruik. De vierde sluit in 2017, waarna wel de bovenkant van de constructies wordt opgeruimd. Voor de ontmanteling van de bovenkant van de platforms heeft Shell vorig jaar al goedkeuring van de Britse overheid gekregen. Shell zegt 97 procent van het materiaal te willen hergebruiken of recyclen.

Shell denkt tien jaar nodig te hebben voor de ontmanteling van het Brentveld.

Bronnen
Financial Times, 4 juli 2016: Shell seeks exemption to North Sea clear-up rules
Shell, geen datum: Brent Field Decommissioning Programme
Shell over geschiedenis en ontmanteling van Brentveld

Foto: Shell