Teel gewassen biobrandstof liever in Europa dan in de tropen

12 mei 2015 – Gewassen voor biomassa kunnen beter worden geteeld in West-Europa dan in de tropen. Dan is de uitstoot van broeikasgassen lager, zo concluderen Nijmeegse onderzoekers in Nature Climate Change.

Uit het bericht van de Radboud Universiteit Nijmegen
‘(…) Van maïs, tarwe en koolzaad kun je biobrandstoffen als bio-ethanol en biodiesel maken. De locatie van de landbouwgrond van deze gewassen heeft grote invloed op de bijbehorende uitstoot van broeikasgassen. Dat concluderen milieukundigen van de Radboud Universiteit in een studie die Nature Climate Change op 11 mei publiceert.
Om de productie van biobrandstoffen uit gewassen als maïs en tarwe te verhogen, moet natuur plaatsmaken voor landbouwgrond. Dat leidt in eerste instantie tot een verhoging van de broeikasgasuitstoot. Pieter Elshout en collega-milieukundigen van de Radboud Universiteit laten met een mondiaal model zien hoe lang het duurt voordat deze initiële uitstoot terugverdiend is met de voordelen van biobrandstoffen tegenover fossiele brandstoffen. Gemiddeld, over de hele wereld, is deze terugverdientijd voor broeikasgassen negentien jaar.

Van West-Europa tot de tropen

Elshout, promovendus aan de Radboud Universiteit, legt uit: ‘Negentien jaar klinkt als een lange tijd, maar voor een boer valt dat best mee. Bovendien betreft het een gemiddelde van over de hele wereld. In West-Europa is de periode een stuk korter, soms maar een paar jaar, en in de tropen kan het oplopen tot meer dan honderd jaar.’
Het model toont aan dat locatie van biobrandstofteelt veel invloed heeft op de broeikasgasemissie, meer nog dan het type gewas en het management van het gewas: de gebruikte hoeveelheid meststoffen en irrigatie.

Primeur op globale schaal

‘Ons model is het eerste dat op globale schaal, per land, de biogene broeikasgasuitstoot door biobrandstof-gerelateerde teelt toont’, vertelt Elshout. ‘Daarbij hebben we de hele productieketen van fossiele brandstof en biobrandstof met bijbehorende broeikasgasemissies meegenomen in de berekening van de terugverdientijden.’ Het mondiale model geldt voor zogenaamde eerste generatie biobrandstoffen: maïs, tarwe en suikerriet waarvan bio-ethanol gemaakt wordt en sojabonen en koolzaad die worden verwerkt tot biodiesel.

Voer voor discussie

De resultaten bieden nuance in het biobrandstoffendebat dat gaande is in Nederland. In een vervolgstudie naar biobrandstofteelt willen Elshout en collega’s naast broeikasgasemissies ook naar de terugverdientijd van het effect op biodiversiteit bekijken. (…)’

Bronnen
Radboud Universiteit Nijmegen, 12 mei 2015: Biobrandstoffen, met het juiste gewas op de juiste plek
Nature Climate Change, 11 mei 2015: Greenhouse-gas payback times for crop-based biofuels

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.