Foto; Eneco

Aandeelhouders Eneco wikken, Wiebes zal beschikken

hoofdkantoor Eneco

Het is nog niet zeker dat wie het hoogste bod uitbrengt op de gecontroleerde veiling voor de verkoop van Eneco ook de nieuwe eigenaar wordt van het energiebedrijf. De Nederlandse minister van economische zaken Eric Wiebes (VVD) kan dan nog altijd zijn veto stellen. Dat meldt de minister zelf in een nieuwe brief aan de Tweede Kamer.

In de bevoegde kamercommissie hadden Sandra Beckerman (SP) en William Moorlag (PvdA) gevraagd om een debat over de veiling van Eneco en om een oplijsting van ‘de mogelijkheden en onmogelijkheden’ om het verkoopproces te beïnvloeden. Wiebes verwacht dat dit verkoopproces heel 2019 zal duren en in 2020 kan worden afgerond.

Tot voor kort telde Eneco 53 aandeelhouders, stuk voor stuk Nederlandse gemeenten. Door de recente gemeentelijke fusies is dit aantal op 1 januari 2019 teruggebracht tot 44. Die krijgen na de veiling de kans om de verkoop al dan niet goed te keuren. “Ik constateer met het voornemen tot het starten van het verkoopproces dat de aandeelhouders hun belang in Eneco willen verkopen,” aldus Wiebes. Hij blijft zich op de hoogte stellen van de actuele ontwikkelingen, maar ziet geen reden of noodzaak om zich te mengen in de verantwoordelijkheid van de huidige aandeelhouders in deze fase. “Dit ook omdat het bestuur van Eneco, de aandeelhouders, de raad van commissarissen en de centrale ondernemingsraad unaniem het verkoopproces onderschrijven en de belangen van Eneco en zijn stakeholders het best geborgd zien via dit verkoopproces,” verantwoordt Wiebes.

Voor zichzelf ziet hij een rol weggelegd bij de borging van de publieke belangen bij de voorgenomen veiling. “Artikel 86f van de Elektriciteitswet voorziet in een wettelijke meldplicht bij iedere wijziging in zeggenschap van een ‘productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen van meer dan 250 megawatt. Eneco bezit enkele productie-installaties met een vermogen van meer dan 250 megawatt. Dat er bij een verkoop van Eneco sprake is van een wijziging in zeggenschap van deze productie-installaties, is evident. De melding geschiedt schriftelijk uiterlijk vier maanden voor de datum van de voorgenomen wijziging met betrekking tot zeggenschap. De melding moet dus gedaan worden voordat de transactie plaatsvindt.”

Als minister van economische zaken en klimaat kan hij vervolgens op grond van overwegingen van openbare veiligheid, voorzieningszekerheid of leveringszekerheid de wijziging in de zeggenschap verbieden of voorschriften hieraan verbinden. De wettelijke regeling geeft aan welke informatie aangeleverd moet worden aan de minister om tot een gedegen afweging te komen.

Meldingsverplichting

“Het gaat om informatie over de bij de wijziging betrokken installaties en relevante partijen, informatie over de voorgenomen wijziging in de zeggenschap, informatie over de financiële positie, en informatie over intenties, strategie en geleverde prestaties in het verleden. De verkoop van Eneco brengt –ongeacht de verkoopvorm– een wijziging in de zeggenschap teweeg die onderworpen is aan deze meldingsverplichting en activeert de bevoegdheid van de minister om de voorgenomen verkoop te beoordelen. De verkoop van Eneco in de vorm van een gecontroleerde veiling maakt dit niet anders: de winnaar van de veiling kan zonder de bovengenoemde procedure te hebben doorlopen geen eigenaar worden.” Wiebes ziet nu geen reden om zich specifiek te mengen in het proces van de gecontroleerde veiling van Eneco en maakt zich sterk dat hij “te zijner tijd” de voorgenomen transactie zal beoordelen.

Auteur: Koen Mortelmans

Koen Mortelmans is freelance redacteur voor FluxEnergie en Nieuwsblad Transport.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.