Kamp: markt bepaalt basisbedragen SDE+, projectontwikkelaar bewaakt veiligheid

Kamp: 'Nieuwe schadeprotocol aardbevingsgebied staat nog niet vast'

De markt bepaalt de kostprijs waarop de tarieven van de duurzame energie stimuleringsregeling SDE+ gebaseerd worden, projectontwikkelaars zijn verantwoordelijk voor een veilige uitvoering en de inpassing in de ruimtelijke omgeving zal worden geregeld in de Omgevingswet. Dat zegt minister Kamp (EZ) in reactie op kamervragen van Frank Wassenberg (PvdD) naar aanleiding van eerdere berichtgeving op FluxEnergie. De minister is bereid zijn standpunten toe te lichten op het dertigledendebat over het aandeel hernieuwbare energie op donderdag 7 september.

Naar aanleiding van de eerdere FluxEnergie-berichten ‘Voorgestelde SDE-tarieven baren zorgen’ en ‘Leer van Groningen: acceptatie energielandschappen vergt nieuw denken’ vraagt kamerlid Wassenaar (PvdD) zich af hoe het verlagen van de SDE+-subidies bijdraagt aan de doelstelling om in 2020 14 procent van de gebruikte energie duurzaam op te wekken. Daarnaast wil hij weten of de minister de zorg deelt dat de focus op de goedkoopste technologieën ten koste kan gaan van de zorgvuldigheid, en mogelijk kan leiden tot onnodige veiligheids- en milieurisico’s.

‘Markt bepaalt basisbedragen’

In reactie op de kamervragen geeft Minister Kamp aan dat de vaststelling van de basisbedragen gericht is op bedragen waarmee het merendeel van de projecten uit moet kunnen komen. Lagere kostprijzen voor hernieuwbare energie in de markt leiden tot lagere basisbedragen. “Op deze manier worden de doelstellingen van het Energieakkoord op een kosteneffectieve wijze gerealiseerd en de risico’s op overstimulering beperkt”, stelt de minister. De definitieve vaststelling van de subsidietarieven wordt in het najaar bekendgemaakt.

De SDE+-regeling is het belangrijkste instrument dat het kabinet inzet om in 2020 14 procent en in 2023 16 procent hernieuwbare energie te realiseren, erkent de minister. Als in het najaar inderdaad tot een verlaging van de basisbedragen wordt besloten, benadrukt hij, is dit enkel vanwege een verlaging van de kostprijs en niet vanwege lagere ambities van het kabinet.

‘Projectontwikkelaar verantwoordelijk voor zorgvuldige uitvoering’

Zorgen om veiligheidsrisico’s die Leendert Florusse, directeur van Rooftop Energy en Frank Schoof, voorzitter van het Platform Geothermie in het artikel aankaarten, zegt de minister niet te delen. Zij signaleren dat veiligheid van pv- en geothermie-installaties steeds meer onder druk staat, en vrezen dat beperking van de subsidies tot meer risico’s zal leidden. Bij het vaststellen van de tarieven wordt uitgegaan van de bestaande wet- en regelgeving en de meest gangbare technieken, stelt Kamp. “Daarbij”, schrijft hij, “is de projectontwikkelaar uiteraard verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitvoering van het project en het besluit om wel of niet subsidie aan te vragen.”

Op de kritiek van Florusse en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) dat de overheid haar eigen normen onvoldoende handhaaft, komt de minister in de reactie op de kamervragen niet terug. Wel geeft hij in een reactie op het jaarverslag van de SodM aan dat de toezichthouder verder versterkt zal worden. Door het gebrek aan expertise van uitvoerders in de geothermiesector, gaf de toezichthouder eerder aan, kwam het steeds vaker op de stoel van adviseur te zitten. De inwerkingtreding van de nieuwe Mijnbouwwet op 1 januari 2017 zal de onafhankelijkheid van SodM vergroten, denkt de minister. Daarnaast stelt hij zelf in overleg te zijn met de decentrale overheden die in de nieuwe Mijnbouwwet een formele adviesrol hebben gekregen, en zou het ministerie druk zijn met het wegwerken van de achterstand bij de verwerking van winningsplannen.

‘Omgevingswet moet belang landschap, natuur en leefomgevingskwaliteit afwegen’

De focus op de ‘goedkoopste technologieën’ – zoals bij de hoogspanningskabel van de Eemshaven naar Groningen – staat ook een zorgvuldige afstemming in de ruimtelijke omgeving niet in de weg, denkt de minister. “De kaders waarbinnen ruimtelijke inpassing van specifieke projecten plaatsvindt, liggen vast in wetgeving en beleid op het gebied van ruimtelijke ordening”, memoreert Kamp, “Deze zijn erop gericht dat onder meer met landschap, natuur en leefomgevingskwaliteit rekening wordt gehouden. De Omgevingswet biedt hiervoor het toekomstig instrumentarium.”

De minister is bereid zijn standpunten toe te lichten tijdens het dertigledendebat over het aandeel
hernieuwbare energie dat donderdag 7 september plaatsvindt. Behalve Wassenberg, zullen daarbij ook leden van de andere fracties aan het woord komen.

Bronnen:

Foto: still uit kamerdebat

Auteur: Klaartje Jaspers

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.